Conclusie
Nr. 6719. Rekest.
Huurzaak.
eBW zoals de tekst luidt sedert 1 juli 1979:
e. indien de huurder niet toestemt in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot dezelfde woonruimte, voor zover dit aanbod niet een wijziging inhoudt van de huurprijs of van de kosten bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Huurprijzenwet woonruimte.
e. indien de huurder niet toestemt in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst met betrekking tot het gehuurde.
(Mem. V
.Antw., Eerste Kamer).
Verzoekers tot cassatie hebben van verweerster in cassatie - [verweerster] - in huur zelfstandige woonruimte aan de [a-straat 1] te [plaats] , deel uitmakend van een blok van 20 woningen, alle in verhuur bij [verweerster] en aangesloten op een centrale ketel ter verwarming van die woningen. Achttien van de twintig huurders gingen accoord met vervanging van de centrale ketel door een ketel voor iedere woning afzonderlijk. Aldus zou iedere huurder eigen verwarmingskosten zelf kunnen bepalen overeenkomstig individuele voorkeur en geldelijke capaciteit. De kosten van die vervanging leiden tot een verhoging van de door elke huurder verschuldigde bijkomende kosten met f 27
,--à
f27,50 per maand. Het in de bijkomende kosten vervatte voorschot van - vanaf 1 juli 1983 -
f200,-- per maand voor stookkosten komt te vervallen. Daarentegen zou ieder nu eigen stookkosten zelf rechtstreeks moeten voldoen. Verzoekers weigerden hun toestemming te geven tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst, waarna hen bij exploot werd aangezegd, dat de huurovereenkomst werd opgezegd tegen 31 december 1983 omdat (voor zover thans nog van belang) de huurder niet toestemt in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot dezelfde woonruimte. Niet werd binnen zes weken na uitbrengen van het exploot ontvangen het schriftelijk bericht van huurders dat zij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemden (art. 1623 c lid 2 BW) en [verweerster] wendde zich tot de kantonrechter te Zwolle. Na schriftelijk en mondeling debat heeft de kantonrechter bij beschikking van 28 december 1983 [verweerster] in haar verzoek tot beëindiging van de huurovereenkomst niet-ontvankelijk verklaard op grond van de navolgende overwegingen:
7. Aangezien onder ten vierde van lid 1 van laatstgenoemd artikel een aanbod tot wijziging van de bijkomende kosten, waarvan hier sprake is, toewijzing van het onderhavige verzoek uitsluit is, daargelaten de al of niet redelijkheid van het overige aanbod, het eerst voorgedragen verweer gegrond.
De eerste grief (A) werd door de rechtbank te Zwolle gegrond bevonden:
eBW kunnen opleveren.
Ik kan het daarmee niet eens zijn. Ik ben sceptisch ten opzichte van de langzamerhand wat argwanender bekeken idee van de "Freirechtler" in hun vele vertakkingen, dat iedere tekst die betekenis kan hebben, die haar in een bepaald geval aanvaardbaar maakt. Maar anderzijds onderschrijf ik wel de gedachte dat welhaast geen tekst slechts één betekenis aan zich vasthecht en dat die zich in de woorden der wet als het ware als onontkoombaar presenteert.
als gevolg vanaangeboden wijziging in het huurgenot in ieder geval toepassing van deze opzeggingsgrond niet steeds, uitsluit. Zie onder meer, Saelman: Huur en Verhuur, 1984, blz. 51:
niet in haar geheelredelijk te verantwoorden gevolg zijn van gewijzigd aanbod van huurgenot (er sluipt wat "pure" huurverhoging in mee) geen grond oplevert tot opzegging.
f160,-- per maand) nu in het geheel goedkoper af is dan vroeger (
f187,50 tegen
f200,-- per maand). Geenszins is gebleken dat de verhoging der bijkomende kosten niet gerechtvaardigd wordt door de vervanging van de centrale verwarmingsketel èn verzoekers wilden wel in het huuraanbod toestemmen als bij hen een andere (duurdere) ketel werd geplaatst. Dat (dat aanbod) niet redelijk was wordt in het tweede en het derde onderdeel van het middel (3 en 4) betoogd maar m.i. niet terecht.
in cassatie getoetst kan wordenof het prefereren, als één - of tweeling -, van een andere ketel (hoogrendementsketel) zulk een gewichtig belang uitmaakt, dat de verhuurder niet het hele blok huizen van andere ketels zou mogen voorzien.
Wellicht zal nu een nieuwe laatste termijn voor aanvaarding van het aanbod en een nieuwe (voorwaardelijke) datum van ontruiming door de Hoge Raad moeten worden vastgesteld.