Het was bij de narcoticabrigade (waarvan [verbalisant 2] deel uitmaakte) bekend, dat de woningen in de directe omgeving van het opgegeven adres nogal eens worden gehuurd door handelaren in verdovende middelen, zoals cocaïnehandelaren, dikwijls afkomstig uit die landen in Zuid-Amerika, waar cocaïne wordt geproduceerd, bijv. Bolivia. Vanuit zo'n flat wordt dan naar Nederland gesmokkelde cocaïne verhandeld. Met deze activiteiten worden gedurende korte tijd zeer grote sommen verdiend. Voor dergelijke handelaren speelt, anders dan voor hun landgenoten die om andere redenen in Nederland verblijven, de hoge huurprijs geen enkele rol. Laatstgenoemde categorie zal men daarom juist zelden in die buurt aantreffen.
Het komt mij voor dat het Hof op voormelde gronden kennelijk aannemende, dat de politie een redelijk vermoeden van schuld als hiervoor nader aangeduid kon hebben (zoals [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dan ook stelden dat er bij de politie was) en aldus de stelling dat sprake zou zijn van onrechtmatige bewijsgaring geredelijk heeft kunnen verwerpen.
De geëerde steller van het middel heeft nog wel aangehaald een (door hem overgelegd) arrest van het Amerikaans Hooggerechtshof van 23 maart 1983 in de zaak Florida versus Royer (75 L Ed 2 d 229) waarin wordt uitgemaakt dat een ‘’drug courier profile’’ zonder meer onvoldoende is om er een redelijk vermoeden voor een strafbaar feit op te baseren. Een ‘’drug courier profile’’ zou dan zijn ‘’an abstract of characteristics found to be typical of persons transporting drugs’’ (In Royer's case, the detectives attention was attracted by the following facts which were considered to be within the profile: a) Royer was carrying American Tourister luggage, which appeared to be heavy, b) he was young, apparently, between 25–35, c) he was casually dressed, d) Royer appeared pale and nervous, looking around at other people, e) Royer paid for his ticket in cash with a large number of bills, and f) rather than completing the airline identification tag to be attached to checked baggage, which had space for a name, adress, and telephone number, Royer wrote only a name and the destination).
Maar hier was toch meer aan de hand, zodat ik meen, dat dit arrest voor Uw Raad te dezen niet leidinggevend, of inspirerend kan zijn.
In middel II wordt gesteld, dat het Hof de dagvaarding nietig had moeten verklaren, nu in de telastelegging is volstaan met een simpele verwijzing naar ‘’de Opiumwet’’, waar het betreft de nadere aankleding van de term ‘’binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht’’. Het komt mij voor dat ook dit middel faalt, aangezien het verschil tussen het in globo verwijzen naar de Opiumwet en het daarbij vermelden van de wetsartikelen (wat door Uw Raad steeds is toegestaan) daarbij in een qua telastelegging eenvoudige zaak als deze te gradueel lijkt om daarop een dergelijke ingrijpende beslissing te baseren, te meer daar in eerste instantie door of namens requirante die van rechtsgeleerde bijstand was voorzien over onduidelijkheid in dit opzicht niet is geklaagd, en zich kennelijk goed daarop heeft kunnen verdedigen.
Beide middelen niet aannemelijk achtend concludeer ik tot verwerping van het beroep.