Conclusie
isbegaan. Dat geldt ook bij onttrekking aan het verkeer bij afzonderlijke beschikking. De vraag is nu of, desondanks, voor dat geval voldoende is, dat uit feiten en omstandigheden
een redelijk vermoedenvoortvloeit dat een (of meer) strafbaar(are) feit(en) zijn begaan. Een zelfde soort vraag kan rijzen, wanneer bij een vrijsprekend vonnis toch de maatregel van onttrokkenverklaring aan het verkeer wordt toegepast. Van het (telastegelegde) feit is dan niet - naar de regels van het strafproces - bewezen, dat het door de verdachte werd begaan. Bij een afzonderlijke beschikking komt óók niet
op strafprocesrechtelijke wijzevast te staan, dat het feit door de betrokkene is begaan.
gehouden, met als volgende fase: onttrekking aan het verkeer bij afzonderlijke beschikking en dat alles op de enkele grond, dat er bij de inbeslagneming een vermoeden bestond, dat met betrekking tot die goederen een strafbaar feit was begaan. Nu de wet tot die gevolgtrekking niet dwingt, gaat mij dit duidelijk te ver.
nietvan belang of in het strafrechtelijk proces de vraag naar de strafbaarheid aan de orde zou (kunnen) komen (ook als het feit verjaard en het O.M. daarom niet-ontvankelijk zou zijn - als in casu - zou ik - zie ook rechtbank Amsterdam 4 maart 1960, NJ 1960, 381 - dus inbeslagneming mogelijk achten - mits maar,
was begaan). Ook zou ik - met Enschedé - niet van belang achten of het strafbaar feit door verdachte/ betrokkene was begaan en evenmin of het strafbare feit nu precies dat was wat was telastegelegd (bij vrijspraak) of waaromtrent de verdenking bestond (cf: HR 19 december 1978, NJ 1979, 234).
onvoldoende bewezen dat een strafbaar feit is begaan,