ECLI:NL:PHR:1969:AC4976
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. van Oosten
- Rechtspraak.nl
Toestemming en onherroepelijk aanbod in civiel recht met betrekking tot onderhandelingen tussen een eiser en de Gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of een overeenkomst tot stand is gekomen tussen eiser en de Gemeente Amsterdam. De zaak betreft een aanbod van eiser aan de Gemeente voor de verkoop van een kliniek, waarbij eiser in een eerder stadium zijn aanbod had gedaan. Het Hof had geoordeeld dat eiser niet vrijstond om zijn aanbod in te trekken en dat hij gebonden was aan zijn aanbod in het stadium van onderhandelingen. Eiser betwistte deze beslissing en stelde dat er geen wilsovereenstemming was tussen hem en de Gemeente, waardoor er geen koopovereenkomst tot stand kon komen. De Hoge Raad overweegt dat de vraag of een overeenkomst tot stand is gekomen niet altijd afhankelijk is van gelijktijdige wilsovereenstemming tussen de partijen. Het is voldoende dat het aanbod tijdig is aanvaard en dat aanbod en acceptatie elkaar dekken. De Hoge Raad concludeert dat, ook al was er geen gelijktijdige wil om een overeenkomst aan te gaan, de Gemeente mocht aannemen dat er een overeenkomst tot stand was gekomen op basis van het aanbod van eiser. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van eiser en verwijst hem in de kosten van het geding.