Conclusie
nietvoor het publiek toegankelijk zou moeten worden geacht. Van een besloten groep of kring, d.w.z. een groep of kring die uit hoofde van het beperkte aantal der leden en de tussen die leden bestaande relatie als besloten zou kunnen worden aangemerkt (vgl. HR 13 januari 1959 N.J. 1959 no. 58 en H.R. 13 januari 1959 N.J. 1959 no. 59 gewezen onder de oude Loterijwet) is hier m.i. geen sprake. Het aantal is te groot en de enige band is het ras of de nationaliteit.
onderdeel Bvan het middel zal niet kunnen slagen. Dit onderdeel mist in zoverre feitelijke grondslag, dat de Kantonrechter blijkens de inhoud van zijn beschikking wel degelijk, zij het ook veronderstellenderwijs, is uitgegaan van de situatie, dat het bespelen van de speelautomaten alleen aan Chinezen was toegestaan. Hij kan derhalve niet gezegd worden de in onderdeel B omschreven situatie niet in aanmerking te hebben genomen, zij het ook dat dit tot een voor rekwirant ongunstige beslissing heeft geleid. Dat, zoals het middel stelt, politie en justitie (hier kan slechts het O.M. bedoeld zijn), onder de beschreven omstandigheden niet tot strafrechtelijke vervolging zouden overgaan (bedoeld zal zijn: in het verleden niet zijn overgegaan), kan, gesteld dat deze bewering juist is, de Kantonrechter niet binden. Deze heeft immers zelfstandig te beslissen of een aan hem voorgelegd feit strafbaar is.
onderdeel Ctenslotte wordt een beroep gedaan op diverse feiten waarvan niet blijkt uit de bestreden beschikking, zodat dit onderdeel reeds wegens gemis aan feitelijke grondslag niet kan slagen.