ECLI:NL:PHR:1969:1
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Kist
- Rechtspraak.nl
Verzuim proces-verbaal bij onderzoek in raadkamer en gevolgen voor nietigheid van strafproces
In deze zaak gaat het om een beklag tegen de onttrekking aan het verkeer van drie speelautomaten. De rekwirant heeft op 24 maart 1969 cassatie ingesteld tegen een beschikking van de Kantonrechter te Amsterdam, die op 4 maart 1969 was gegeven. Deze beschikking verklaarde het beklag van de rekwirant ongegrond, dat betrekking had op een vonnis van 5 november 1968 waarin de onttrekking aan het verkeer van de speelautomaten was uitgesproken. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 14 april 1969 geoordeeld dat er een verzuim is opgetreden in het proces-verbaal van het onderzoek in raadkamer, zoals voorgeschreven in artikel 25 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit artikel vereist dat er een proces-verbaal wordt opgemaakt door de griffier, waarin de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen en de verdere gebeurtenissen tijdens het onderzoek worden vastgelegd. Het ontbreken van dit proces-verbaal is van wezenlijk belang voor de rechtsgang, omdat het niet alleen de transparantie van het proces waarborgt, maar ook de mogelijkheid biedt om te controleren of het Openbaar Ministerie (OM) is gehoord, zoals vereist door artikel 23.2 Sv. Aangezien het proces-verbaal niet bij de processtukken is aangetroffen, concludeert de Hoge Raad dat het opmaken daarvan is verzuimd. Dit verzuim heeft zo'n fundamentele impact op het strafproces dat het leidt tot de nietigheid van het onderzoek in raadkamer, ook al is dit niet expliciet in de wet vermeld. De Hoge Raad vernietigt de beschikking en verwijst de zaak terug.