ECLI:NL:ORBBNAA:2009:6
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Beschikking
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- J.B.H. Roben
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete voor niet tijdig indienen omzetbelasting en de mogelijkheid tot indiening via de bank
In deze zaak gaat het om een verzuimboete die is opgelegd aan de belanghebbende voor het niet tijdig indienen van de aangifte omzetbelasting voor het tijdvak augustus 2006. De belanghebbende had op 15 september 2006 de aangifte afgegeven bij de RBTT-bank, maar de Inspecteur stelde dat deze aangifte niet op de juiste wijze was ingediend. De naheffingsaanslag was oorspronkelijk vastgesteld op Naf 533, met een boete van Naf 100. Na bezwaar van de belanghebbende werd de naheffingsaanslag verlaagd tot Naf 283 en de boete tot Naf 42. De belanghebbende ging in beroep tegen deze beslissing, stellende dat de aangifte tijdig was ingediend.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de aangifte niet op de juiste wijze was ingediend, aangezien deze niet bij de Inspecteur maar bij de bank was afgegeven. De Raad oordeelde dat de aangifte omzetbelasting moet worden ingediend bij de Inspecteur, zoals voorgeschreven in de Algemene landsverordening Landsbelastingen. De Raad concludeerde dat de belanghebbende door de aangifte niet op de juiste wijze in te dienen, in verzuim was en dat de Inspecteur terecht een verzuimboete had opgelegd.
De Raad verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde verzuimboete, waarbij werd opgemerkt dat de boete passend was gezien het feit dat dit een tweede verzuim betrof. De uitspraak werd gedaan in raadkamer op 15 mei 2005 en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.