Uitspraak
zitting houdende op Curaçao,
gemachtigde [A],
1.Het procesverloop
2.De tussen partijen vaststaande feiten
eenvan de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een naheffingsaanslag in de winstbelasting die aan belanghebbende is opgelegd voor het jaar 2005. De belastingdienst had een naheffingsaanslag opgelegd wegens het niet tijdig betalen van de verschuldigde belasting. Belanghebbende heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag en vernietigde de boete. Belanghebbende ging vervolgens in beroep. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de belastingdienst een betaling van belanghebbende niet had verwerkt, wat leidde tot de naheffingsaanslag. De Raad van Beroep voor Belastingzaken moest beoordelen of de belastingdienst ernstig onzorgvuldig had gehandeld en of belanghebbende recht had op vergoeding van de kosten die zij had gemaakt in de bezwaarfase. De Raad oordeelde dat de belastingdienst inderdaad een ernstige onzorgvuldigheid had begaan door de betaling niet te verwerken, maar dat de fouten die door belanghebbende waren gemaakt bij de betaling ook een rol speelden. De Raad concludeerde dat de naheffingsaanslag niet in strijd met het recht was genomen en dat de kosten die belanghebbende had gemaakt niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De Raad verklaarde het beroep ongegrond.