ECLI:NL:ORBBNAA:2008:BI3395
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Drop
- B. van Ballegooijen
- C. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Omkering van de bewijslast bij niet ingediende aangifte in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 12 september 2008 uitspraak gedaan over de aanslagen in de inkomstenbelasting en de premie AVBZ en AOV/AWW voor het belastingjaar 1998. De belanghebbende had op 31 december 2003 aanslagen ontvangen, maar de Inspecteur verklaarde de bezwaren die op 27 februari 2004 waren ingediend, niet-ontvankelijk. De belanghebbende ging in beroep tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 19 april 2007 in Kralendijk waren de vertegenwoordigers van de Inspecteur aanwezig, maar de belanghebbende zelf was niet verschenen.
De Raad beoordeelde het geschil en concludeerde dat de Inspecteur terecht had gesteld dat de belanghebbende niet de vereiste aangifte had gedaan. Volgens artikel 30 van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen kan de aanslag worden gehandhaafd, tenzij de belanghebbende kan aantonen dat de aanslag onjuist is. De Raad oordeelde dat de belanghebbende hierin niet was geslaagd. Hoewel de belanghebbende aanvoerde dat hij vanwege zijn financiële situatie niet in staat was om de aanslagen te betalen, was dit geen reden om de aanslagen te verlagen. De Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat de aanslagen op een onredelijke schatting berustten.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep ongegrond, wat betekent dat de aanslagen in stand blijven. Deze uitspraak benadrukt het belang van het indienen van de vereiste aangiften en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting, met name in het kader van de omkering van de bewijslast.