Uitspraak
zitting houdende op Curaçao,
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 15 augustus 2008 uitspraak gedaan over de vraag of een uit Nederland genoten pensioen behoort tot de maatstaf van heffing voor de premie AVBZ. De belanghebbende, woonachtig op de Nederlandse Antillen, ontving in 2005 pensioenuitkeringen van het ABP in Nederland. De Inspecteur had een aanslag in de premieheffing AVBZ opgelegd, waartegen de belanghebbende bezwaar had aangetekend. De Inspecteur verminderde de aanslag, maar de belanghebbende ging in beroep tegen deze beslissing.
De Raad heeft vastgesteld dat het pensioen, volgens de Landsverordening op de inkomstenbelasting, moet worden gerekend tot het (on)zuiver inkomen en het belastbaar inkomen. De belanghebbende voerde aan dat het pensioen al in Nederland was belast en daarom niet tot het belastbare inkomen voor de premie AVBZ mocht worden gerekend. Hij stelde dat de Inspecteur in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur handelde door het begrip 'wereldinkomen' te gebruiken en niet duidelijk te maken welke maatstaf van heffing werd gehanteerd.
De Raad oordeelde dat de BRK niet van toepassing is op de premie AVBZ, waardoor de belanghebbende geen recht had op voorkoming van dubbele belasting. De Raad concludeerde dat de Inspecteur niet in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur had gehandeld en dat het beroep van de belanghebbende faalde. De Raad verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van de Inspecteur werd bevestigd.