ECLI:NL:ORBBNAA:2007:BI3396
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van schoolkosten voor dochter van belastingplichtige tijdens uitzending naar het buitenland
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van schoolkosten die een belastingplichtige heeft gemaakt voor zijn dochter, die tijdens zijn uitzending naar het buitenland onderwijs volgde aan een Nederlandse school met een internationale afdeling. De belastingplichtige, werkzaam bij de X Bank van Aruba, had een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1996 ontvangen, die hij aanvechtte na bezwaar bij de Inspecteur. De Inspecteur handhaafde de aanslag, waarna de belastingplichtige beroep instelde bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken.
De Raad heeft vastgesteld dat de belastingplichtige zijn dochter naar een Nederlandse school heeft gestuurd omdat de school in Aruba niet geschikt was. De kosten voor het onderwijs werden door de belastingplichtige zelf gedragen, nadat de X Bank had besloten deze kosten niet te vergoeden. De belastingplichtige stelde dat deze kosten als beroepskosten aftrekbaar zouden moeten zijn, omdat ze verband zouden houden met zijn dienstbetrekking.
De Raad oordeelde echter dat er geen causaal verband bestond tussen de gemaakte schoolkosten en de opbrengsten uit de dienstbetrekking van de belastingplichtige. Het onderwijs dat een kind volgt, wordt in het algemeen beschouwd als een privé-aangelegenheid, en de kosten daarvan vallen onder de persoonlijke uitgaven van de belastingplichtige. De Raad concludeerde dat de kosten van de school voor de dochter niet als kosten van verwerving konden worden aangemerkt.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep van de belastingplichtige gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van Afl. 40.288, rekening houdend met de herziening van de drempel voor de buitengewone lasten.