ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BT6186

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
24 maart 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2003/709
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Drop
  • A. Groeneveld
  • P. Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding proceskosten en tekortschieten van regelgeving door de overheid

In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 24 maart 2006, stond de vergoeding van proceskosten centraal. De belanghebbende, aangeduid als [X], had eerder in de procedure gelijk gekregen van de rechter op 24 juni 2005. Na deze uitspraak verzocht de gemachtigde van de belanghebbende om vergoeding van de proceskosten. De Raad oordeelde dat een verzoek om vergoeding van kosten binnen een redelijke termijn na afloop van de procedure kan worden ingediend, aangezien de regeling uitgaat van een door de rechter gedane uitspraak.

De Inspecteur der Belastingen op Aruba voerde aan dat het onterecht zou zijn dat de belastingdienst zou moeten opdraaien voor tekortschietende regelgeving. De Raad was van mening dat de verantwoordelijkheid voor tekortkomingen in de regelgeving bij de overheid ligt, die verantwoordelijk is voor de totstandkoming van die regelgeving. Dit leidde tot de conclusie dat de kosten van de procedure in redelijkheid vastgesteld moesten worden.

De Raad besloot dat de proceskosten vastgesteld werden op Afl. 3000,- en droeg de Inspecteur op dit bedrag aan de belanghebbende te voldoen. De beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de rechters J. Drop, A. Groeneveld en P. Overgaauw aanwezig waren, samen met de secretaris mevrouw S. Rasmijn. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de overheid in gevallen van tekortschietende regelgeving en de mogelijkheid voor belanghebbenden om proceskosten te vorderen na een uitspraak.

Uitspraak

Beschikking d.d. 24 maart 2006, nr. 2003/709
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende op Aruba,
[X], te Aruba, belanghebbende,
tegen
de Inspecteur der Belastingen op Aruba,
verweerder.
1. Gemachtigde van belanghebbende heeft na de in deze zaak op 24 juni 2005 gedane uitspraak, waarbij belanghebbende in het gelijk werd gesteld, een verzoek gedaan om vergoeding van proceskosten.
2. Artikel 20 van de Landsverordening overdrachtsbelasting bepaalde in de voor het onderhavige jaar 2002 geldende tekst:
1. Is de belasting, die met inachtneming van een uitspraak van de rechter verschuldigd is, meer dan een tiende hoger dan de som, die overeenkomstig de akte, de opgaven of schattingen van partijen zou zijn geheven, dan wordt ten laste van de in artikel 23 genoemden de verschuldigde belasting verhoogd met een bedrag ten belope van twee maal het verschil in belasting en zijn de kosten van de procedure ten hunnen laste; in alle andere gevallen zijn laatstgemelde kosten ten laste van het land.
2. De verhoging en de proceskosten worden ingevorderd tegelijk met de alsnog verschuldigde belasting.
3. In het licht van voormelde regeling moet worden aangenomen dat het verzoek om vergoeding van de kosten van de procedure kan worden gedaan binnen redelijke termijn na afloop van die procedure, omdat de regeling uitgaat van een door de rechter gedane uitspraak.
4. De Inspecteur heeft aangevoerd dat het wrang is dat de belastingdienst zou moeten bloeden voor tekortschietende regelgeving. De Raad is van oordeel dat het tekortschieten van regelgeving voor rekening van de overheid dient te zijn, die immers ook voor die regelgeving verantwoordelijk is.
5. De Raad stelt de kosten van de procedure in redelijkheid vast op Afl. 3000,= en draagt de Inspecteur op dat bedrag aan belanghebbende te voldoen.
Beslissing
De Raad verwijst de Inspecteur in de kosten van opgemelde procedure tot een bedrag van Afl. 3000,= (drieduizend gulden) en gelast hem dat bedrag aan belanghebbende te voldoen.
Aldus gedaan in raadkamer op 24 maart 2006 door mrs. Drop, Groeneveld en Overgaauw, in tegenwoordigheid van de secretaris mevrouw S. Rasmijn.