ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9205

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
24 maart 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2004-0184 en 2004-0185
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Drop
  • A. Groeneveld
  • J. Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingaanslagen en aftrekbaarheid van onderhoudskosten in Curaçao

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 24 maart 2006 uitspraak gedaan over de belastingaanslagen die aan de belanghebbende zijn opgelegd voor de jaren 1998 en 1999. De belanghebbende, een ambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, die door de Inspecteur waren gehandhaafd. Tijdens de zitting op 9 november 2005 te Willemstad zijn zowel de belanghebbende als de Inspecteur verschenen, waarbij de belanghebbende pleitnota's heeft overgelegd.

Het geschil betreft de vraag of de aanslagen zijn opgelegd op basis van een te hoog belastbaar inkomen. De belanghebbende stelt dat de kosten voor het bewateren van zijn tuin als onderhoudskosten moeten worden aangemerkt en dus aftrekbaar zijn. De Raad oordeelt dat de kosten voor het bewateren van de tuin, evenals de kosten voor kunstmest, insecticide en teelaarde, inderdaad als onderhoudskosten kunnen worden beschouwd. Gezien de omstandigheden, zoals de grootte van de tuin en het klimaat van Curaçao, zijn de opgevoerde kosten niet onredelijk en zijn ze aftrekbaar.

Daarnaast is er een discussie over de ziektekosten die de belanghebbende heeft gemaakt. De belanghebbende heeft via zijn ziektekostenverzekeraar kosten voldaan, waarvan een deel voor zijn rekening kwam in de vorm van een eigen bijdrage van 10%. De Raad oordeelt dat deze eigen bijdrage wel degelijk als kosten voor de belanghebbende moeten worden aangemerkt, aangezien deze kosten daadwerkelijk door hem zijn betaald, ook al zijn ze via de verzekeraar afgehandeld.

De Raad verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de eerdere uitspraken op de ingediende bezwaarschriften en vermindert de belastbare inkomens voor de jaren 1998 en 1999. De uitspraak benadrukt het belang van het correct aanmerken van kosten in het belastingrecht, vooral in situaties waar onderhoudskosten en ziektekosten in het geding zijn.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP van 24 maart 2006, nr. 2004-0184-0185
1. Het procesverloop:
1.1 Aan belanghebbende zijn voor de jaren 1998 en 1999 aanslagen in de inkomstenbelasting opgelegd. Bij beschikkingen op de tijdig ingediende bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd. Belanghebbende is daartegen tijdig in beroep gekomen. De Inspecteur heeft verweerschriften ingediend.
1.2 Ter zitting van 9 november 2005 te Willemstad zijn belanghebbende en de Inspecteur verschenen. Belanghebbende heeft ter zitting pleitnota’s overgelegd.
2. Geschil en standpunten van partijen:
Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of de aanslagen naar een te hoog belastbaar inkomen zijn opgelegd.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken, waartoe de overlegde pleitnota’s behoren.
3. Beoordeling van het geschil:
3.1 Het woonhuis van belanghebbende heeft een tuin van 1.550 vierkante meter. In de onderhavige jaren was de tuin ingericht met planten, bloemen en een aantal fruitbomen.
Belanghebbende voorzag de tuin van water via het waterleidingsysteem, omdat het hem aan middelen ontbrak om een waterdripsysteem via een put te installeren. De kosten van bewatering heeft hij gesteld op een deel van het gemeten waterverbruik, tot bedragen van respectievelijk Naf. 689,16 en 616,13.
3.2 Onderhoudskosten zijn uitgaven die noodzakelijk zijn om de woning met bijbehorende tuin, zoals deze bij de stichting of na latere verandering bestonden, in bruikbare staat te houden en aldus achteruitgang en verval te voorkomen. Aan die norm gemeten zijn de door belanghebbende gemaakte kosten van bewatering van zijn tuin aan te merken als kosten van onderhoud van die tuin, evenals de kosten van kunstmest, insecticide en teelaarde. Gegeven de grootte van de tuin, het klimaat van Curaçao en de in de tuin aanwezige bomen en gewassen, komen de door belanghebbende opgevoerde bedragen voor bewatering de Raad niet onredelijk voor. De opgevoerde kosten zijn mitsdien aftrekbaar.
3.3 Belanghebbende is als ambtenaar aangesloten bij de ziektekostenverzekeraar voor ambtenaren B.Z.V.- Z.I.S. Deze verzekeraar betaalt de door aangesloten ambtenaren belopen ziektekosten rechtstreeks aan de artsen en gezondheidsinstellingen. Tien procent van het aldus ten behoeve van de verzekerde betaalde bedrag komt voor zijn rekening en wordt hem jaarlijks door de verzekeraar gedeclareerd. Betaling van het aan de verzekerde gedeclareerde bedrag loopt via diens werkgever, het Ministerie van Financiën. Belanghebbende heeft de in de onderhavige jaren door de verzekeraar gedeclareerde bedragen ad respectievelijk Naf 1.732,56 en 583,66 in maandelijkse termijnen via zijn werkgever voldaan.
3.4 De Raad overweegt op dit punt als volgt. Belanghebbende heeft in de onderhavige jaren de kosten van artsen en gezondheidsinstellingen voldaan via zijn ziektekostenverzekeraar. Die kosten drukten niet op hem, in zoverre de verzekeraar krachtens de overeengekomen dekking verplicht was tot vergoeding. Echter in zoverre de verzekeraar wel de kosten betaalde maar jegens de verzekerde niet tot vergoeding verplicht was, ontstond een vordering van de verzekeraar op de verzekerde (belanghebbende). Dat is het geval met betrekking tot de tien procent eigen bijdrage die belanghebbende krachtens de verzekeringsovereenkomst moet voldoen. Belanghebbende heeft tot die 10 procent zijn ziektekosten betaald, via de verzekeraar die hem als het ware krediet verschafte. Die kosten drukten ook op hem, zulks in tegenstelling tot de negentig procent van de ziektekosten die niet alleen door de verzekeraar betaald maar ook vergoed werden. Ook op dit punt is het gelijk derhalve aan belanghebbende.
4. Beslissing:
De Raad verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de uitspraken op de ingediende bezwaarschriften en vermindert de belastbare inkomens over de jaren 1998 en 1999 als volgt:
1998 Inkomen volgens vertoogschrift Inspecteur Naf 33.760,86, te verminderen met de kosten van watering ad Naf 689,16 en het niet in aanmerking genomen deel van de eigen bijdrage ziektekosten ad Naf 1.432,56,
1999 Inkomen volgens vertoogschrift Inspecteur Naf 60.542,80, te verminderen met de kosten van watering ad Naf 616,13 en het niet in aanmerking genomen deel van de eigen bijdrage ziektekosten ad Naf 283,66.
mrs. Drop, Groeneveld en Overgaauw