ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BT6232
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en het tijdstip van facturering versus prestatie
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 25 november 2005, staat de vraag centraal of het moment van facturering of het moment van prestatie bepalend is voor de toepassing van het tarief van de omzetbelasting. De belanghebbende, een vennootschap actief in automatisering, heeft bedragen in rekening gebracht aan afnemers voor leveringen na het inwerkingtreden van de Landsverordening Omzetbelasting (LOB) zonder de juiste omzetbelasting te heffen. Dit leidde tot een boekenonderzoek door de fiscus, waaruit bleek dat de belanghebbende ten onrechte geen of te weinig omzetbelasting had afgedragen. De inspecteur heeft daarop een naheffingsaanslag opgelegd, die door de belanghebbende werd bestreden.
De Raad overweegt dat het tijdstip waarop de prestatie wordt verricht, bepalend is voor het toepasselijke regime van de omzetbelasting. Dit geldt zowel bij de invoering van de belasting als bij tariefwijzigingen. De Raad stelt vast dat de belanghebbende bewust heeft geprobeerd om omzetbelasting te ontgaan door het moment van facturering te kiezen. De Raad oordeelt dat de inspecteur gelijk heeft en dat de naheffingsaanslag moet worden verminderd tot Naf. 12.825,-. De uitspraak benadrukt het belang van het juiste tarief op basis van het moment van prestatie, en niet het moment van facturering, in overeenstemming met de LOB.
De beslissing van de Raad verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond en vermindert de naheffingsaanslag. Dit besluit is van belang voor de interpretatie van de LOB en de verantwoordelijkheden van belastingplichtigen met betrekking tot het heffen van omzetbelasting.