ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BT6190
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en de plaats van prestatie bij commerciële ondersteuning
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 september 2005, staat de vraag centraal of belanghebbende, een op Curaçao gevestigde vennootschap, omzetbelasting verschuldigd is over betaalde royalties aan verschillende aandeelhouders. De Inspecteur had een naheffingsaanslag opgelegd, stellende dat de diensten binnen het heffingsgebied waren verricht. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 april 2005, waarbij beide partijen aanwezig waren en belanghebbende een pleitnota indiende.
De Raad overweegt dat volgens de wet de plaats waar een dienst wordt verricht, in principe de vestigingsplaats van de ondernemer is. De bewijslast om aan te tonen dat de prestatie op een andere plaats is verricht, ligt bij de Inspecteur. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en de Memorie van Toelichting bij de Landsverordening omzetbelasting (LvOB), waarin wordt gesteld dat de plaats van prestatie bepalend is voor de belastingplicht. De Raad concludeert dat de Inspecteur onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de diensten buiten het heffingsgebied zijn verricht.
De Raad verklaart het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag. De beslissing benadrukt het belang van de vestigingsplaats van de onderneming bij het bepalen van de belastingplicht voor omzetbelasting, vooral in het kader van commerciële ondersteuning en het gebruik van know-how en recepturen. De uitspraak onderstreept dat de bewijslast bij de Inspecteur ligt om aan te tonen dat de prestaties op een andere locatie zijn verricht dan de vestigingsplaats van de onderneming.