ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BT2930
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens onjuiste aangifte bij invoer van een voertuig
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 25 april 2005, staat de opgelegde boete wegens onjuiste aangifte bij de invoer van een voertuig centraal. De belanghebbende had op 20 februari 2003 een Hummer H2 aangeschaft in Miami, Florida, voor een bedrag van $55.000. Bij de invoer van de auto werd echter een factuur overhandigd waarop een lagere koopsom van $44.100 werd vermeld. De Inspecteur van de douane heeft hierop de ontdoken invoerrechten en omzetbelasting nagevorderd en een boete opgelegd van driemaal de ontdoken rechten, gebaseerd op artikel 122, vierde lid van de Algemene Verordening I.U.& D. 1908.
De mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2005, waarbij beide partijen aanwezig waren. De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakte factuur om minder belasting te betalen. De Inspecteur was gerechtigd om een boete op te leggen van maximaal viermaal de ontdoken belastingen, maar heeft besloten om een boete van driemaal de ontdoken belasting op te leggen. De Raad oordeelt dat de Inspecteur hiermee voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheden van de belanghebbende.
De Raad verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarmee de opgelegde boete van Naf 25.392,64 in stand blijft. De uitspraak benadrukt het belang van correcte aangifte bij invoer en de gevolgen van het opzettelijk indienen van onjuiste informatie bij de douane.