ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BI3320
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en de plaats van dienstverrichting
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 september 2005 uitspraak gedaan over een beroep tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De belanghebbende, een op Curaçao gevestigde vennootschap, had in het jaar 2000 royalties betaald aan verschillende partijen, maar geen omzetbelasting in rekening gebracht of afgedragen. De Inspecteur meende dat de diensten binnen het heffingsgebied waren verricht en heeft daarom omzetbelasting nageheven. De hoofdregel volgens de Landsverordening omzetbelasting (LvOB) bepaalt dat de plaats waar een dienst wordt verricht, de plaats is waar de presterende ondernemer is gevestigd. Dit betekent dat de binnen het heffingsgebied gevestigde ondernemer de bewijslast heeft om aan te tonen dat de prestatie buiten het heffingsgebied is verricht.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de tekst van artikel 4, derde lid van de LvOB duidelijk is en slechts voor één uitleg vatbaar. De Raad heeft vastgesteld dat de plaats waar de prestatie is verricht, bepalend is voor de belastingplicht. In deze zaak was er sprake van overeenkomsten waarbij de belanghebbende royalty's verschuldigd was voor technische en commerciële ondersteuning. De Raad heeft geconcludeerd dat de plaats waar de prestaties zijn verricht, in het algemeen de plaats van vestiging van de onderneming is die de know-how en receptuur ter beschikking stelt. De Raad heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, omdat de Inspecteur onvoldoende bewijs had geleverd dat de diensten binnen het heffingsgebied waren verricht.