ECLI:NL:ORBBNAA:2005:6
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Gijn
- A. van Ballegooijen
- J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status als industriële onderneming en vrijstelling van invoerrechten
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 juli 2005 uitspraak gedaan over de status van een belanghebbende als industriële onderneming in de zin van de Landsverordening in-, uit-, en doorvoer (LIUD). De belanghebbende had op 18 augustus 2003 verzocht om aangemerkt te worden als industriële onderneming, maar dit verzoek werd afgewezen door de Inspecteur op 4 mei 2004. Hiertegen is de belanghebbende in beroep gegaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 april 2005 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende, opgericht op 4 april 2003, zich bezighoudt met de fabricage van scheidingswanden. De productie vindt plaats op bestelling en de belanghebbende heeft geïnvesteerd in machines en heeft vaste werknemers in dienst. De Raad heeft de vraag beoordeeld of de belanghebbende kan worden aangemerkt als een industriële onderneming die recht heeft op vrijstelling van invoerrechten voor de grondstoffen en halffabricaten die zij gebruikt.
De Raad concludeert dat de scheidingswanden die door de belanghebbende worden vervaardigd, onder een andere tariefpost vallen dan de onderdelen die worden verwerkt, wat betekent dat er sprake is van tariefpostverspringing. Dit leidt tot de conclusie dat de belanghebbende een nieuw product voortbrengt in de zin van de LIUD. Daarnaast heeft de Raad vastgesteld dat de belanghebbende in een continu bedrijfsproces opereert, ondanks dat de productie op bestelling plaatsvindt. Op basis van deze overwegingen heeft de Raad het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en haar aangemerkt als een industriële onderneming.