ECLI:NL:ORBBNAA:2003:BU4460

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
28 maart 2003
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2001/433-435
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • L. van Gijn
  • Th. Groeneveld
  • C.W.M. van Ballegooijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel-Beschikking inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premies AOV en AVBZ

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 28 maart 2003 uitspraak gedaan over de navorderingsaanslagen die de Inspecteur der Belastingen aan appellante had opgelegd voor het belastingjaar 1998. De Inspecteur had op 13 juli 2001 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premies AOV en AVBZ opgelegd, die door appellante op 7 augustus 2001 werden bestreden. De behandeling van de zaak vond plaats op 4 november 2002 in Curaçao, waar appellante en een vertegenwoordiger van de Inspecteur aanwezig waren.

De Raad heeft vastgesteld dat de navorderingsaanslagen berustten op een abuis van de Inspecteur. Appellante had eerder telefonisch overleg gevoerd met een medewerkster van de Inspectie, die haar had verzekerd dat de terugontvangen bedragen juist waren. Op basis van deze informatie had appellante (uit)giften gedaan van de bedragen, waardoor zij de navorderingsbedragen niet kon terugbetalen. De Raad oordeelde dat het vertrouwensbeginsel in deze situatie in het voordeel van appellante werkte, en dat de navorderingsaanslagen niet in stand konden blijven.

De Raad heeft de beschikkingen van de Inspecteur vernietigd en de aanslagen verminderd met de opgelegde bedragen. Tevens heeft de Raad geadviseerd dat de Inspecteur in overleg met de Ontvanger een betalingsregeling diende te treffen. Het onderzoek ter zitting werd voor enige tijd aangehouden, maar na enkele maanden zonder bericht van de Inspecteur werd het onderzoek gesloten. De Raad concludeerde dat de navorderingsaanslagen niet rechtsgeldig konden worden gehandhaafd en heeft deze vernietigd.

Uitspraak

Beschikking van 28 maart 2003, nr. 2001/433-435 (Herstel-Beschikking)
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curaçao,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Loop van het geding
1.1. De Inspecteur heeft appellante voor het jaar 1998 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting, resp. premie AOV, resp. AVBZ opgelegd, gedagtekend 13 juli 2001, ad NAF 2.761,00, resp. 2.853,00, resp. 518,00.
1.2. Op 7 augustus 2001 heeft appellante daartegen bij de Raad beroepen ingesteld, die nader zijn gemotiveerd bij schrijvens, ingekomen op 28 augustus 2001.
1.3. De Inspecteur heeft op 29 oktober 2002 vertoogschriften ingediend.
1.4. De zaken zijn behandeld ter zitting van 4 november 2002, gehouden te Curaçao. Appellante is verschenen. Voor de Inspecteur is X verschenen.
2. Beoordeling
2.1. Uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de navorderingsaanslagen berusten op een abuis van de Inspecteur. Appellante heeft over de eerder door haar teveel ontvangen restitutiebedragen enige malen telefonisch overleg gevoerd met de medewerkster mw. A van de Inspectie. Nadat haar verzekerd was dat de terugontvangen bedragen juist waren, heeft appellante van deze bedragen (uit)giften gedaan, zodat zij de thans in geschil zijnde navorderingsbedragen niet kon terugbetalen.
Onder deze omstandigheden heeft de Raad ter zitting als zijn mening naar voren gebracht dat de Inspecteur met de Ontvanger in overleg diende te treden ten einde een betalingsregeling tot stand te doen brengen.
2.2 In verband met het vorenstaande heeft de Raad in overeenstemming met partijen het onderzoek ter zitting voor enige tijd aangehouden. Nadat enige maanden na de zitting van de zijde van de Inspecteur nog geen bericht was ontvangen, heeft de Raad het onderzoek gesloten.
De Raad acht in het verloop van de voren summier weergegeven feiten voldoende aanleiding te oordelen dat het vertrouwensbeginsel er zich tegen verzet dat de navorderingsaanslagen in rechte blijven gehandhaafd. Deze aanslagen zullen derhalve worden vernietigd.
3. Beslissing
De Raad vernietigt de beschikkingen van de Inspecteur en vermindert de aanslagen met bedragen van Naf. 2.761, resp. 2.853,00, resp. 518,00.
mrs. L. van Gijn als voorzitter en de leden Th. Groeneveld en C.W.M. van Ballegooijen