ECLI:NL:ORBBNAA:2002:BU4420
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- J.W. Ilsink
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing van uitkeringen ingevolge de Landsverordening ongevallenverzekering
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 24 december 2002, staat de belastingheffing over uitkeringen ingevolge de Landsverordening ongevallenverzekering centraal. Appellant, die in 1998 een eigen woning bezat, had in zijn aangifte een netto-huurwaarde van Afl. 32 opgenomen. Het beroep is ingesteld tegen de beschikking van de Inspecteur der Belastingen, die een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1998 had opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen van Afl. 49.682,00. Appellant verzocht om vernietiging van deze beschikking en een verlaging van de aanslag naar Afl. 41.876.
De Inspecteur verdedigde zijn standpunt en stelde dat de aanslag moest worden gehandhaafd, maar met een iets verlaagd belastbaar inkomen van Afl. 49.650,05. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2002, waarbij zowel appellant als de Inspecteur aanwezig waren. De Raad heeft vastgesteld dat appellant gehuwd is en dat zijn echtgenote, Y, in 1998 een uitkering van ongevallengeld heeft ontvangen van Afl. 3.809 netto.
Het geschil draait om de vraag of deze uitkering terecht tot het inkomen van appellant is gerekend. De Raad overweegt dat volgens de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) de uitkeringen van ongevallengelden en ziekengelden tot het persoonlijk inkomen behoren. De Raad concludeert dat de Inspecteur de uitkering ten onrechte bij appellant heeft betrokken, aangezien deze afzonderlijk door de echtgenote in de heffing van inkomstenbelasting moet worden betrokken. De Raad vernietigt de beschikking van de Inspecteur en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van Afl. 45.841,05.