ECLI:NL:ORBBNAA:2002:BU4400
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- Th. Groeneveld
- C.W.M. van Ballegooijen
- Rechtspraak.nl
Verhuisboedelvrijstelling en invoerrechten bij auto van appellant
In deze zaak gaat het om de vraag of appellant recht heeft op de verhuisboedelvrijstelling voor de invoer van een auto, een Mitsubishi, die hij in mei 2000 heeft aangeschaft. Appellant heeft de auto in februari 2001 naar Curaçao overgebracht en verzocht om toepassing van de verhuisboedelvrijstelling. De Inspecteur der Belastingen heeft dit verzoek afgewezen, wat leidde tot een beroepsprocedure bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant, geboren en getogen op Curaçao, in de Verenigde Staten woonde en daar zijn auto gebruikte. De kern van het geschil draait om de interpretatie van het begrip 'overbrenging' in de relevante belastingwetgeving. Appellant stelt dat hij recht heeft op de vrijstelling omdat de auto hem gedurende zes maanden voor de overbrenging in eigendom toebehoorde en in gebruik was. De Inspecteur betwist dit en stelt dat de overbrenging betrekking heeft op het hoofdverblijf van appellant, niet op de auto zelf.
De Raad concludeert dat appellant zijn hoofdverblijf in september 2000 naar Curaçao heeft overgebracht, en dat hij de auto niet gedurende de vereiste periode in het buitenland in gebruik heeft gehad. Hierdoor heeft hij geen recht op de verhuisboedelvrijstelling. De Raad verklaart het beroep in de zaak met registratienummer 2001/254 ongegrond en het beroep in de zaak met registratienummer 2001/96 niet-ontvankelijk, omdat er geen processueel belang meer was na de intrekking van de eerdere beschikking op bezwaar.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om de voorwaarden voor de verhuisboedelvrijstelling nauwkeurig te interpreteren en de relevantie van de tijdsduur van het gebruik van de auto in het buitenland voor de beslissing.