ECLI:NL:ORBBNAA:2001:BU4350
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- C.W.M. van Ballegooijen
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van betalingen van schulden van een vennootschap door een werknemer in het kader van inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 augustus 2001, staat de aftrekbaarheid van betalingen van schulden van een vennootschap door een werknemer centraal. Appellant, die in 1994 betalingen heeft verricht ten behoeve van de schuldeisers van L N.V., waaronder loonbelasting aan de eilandsontvanger, heeft deze kosten in zijn aangifte inkomstenbelasting als aftrekbaar opgevoerd. De Inspecteur der Belastingen heeft deze aftrek echter niet toegestaan, wat heeft geleid tot een beroepsprocedure.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant, die samen met zijn echtgenote alle aandelen in L N.V. bezat en tevens directeur was geweest, in 1991 zijn aandelen heeft verkocht aan T N.V., een vennootschap die de activiteiten van L N.V. heeft voortgezet. Appellant had een rekening-courant schuld aan L N.V. en heeft in 1994 een bedrag van Naf 171.792 betaald aan verschillende schuldeisers, waaronder de eilandsontvanger. De Raad oordeelt dat de betalingen niet als aftrekbare kosten kunnen worden aangemerkt, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij deze betalingen heeft verricht in zijn hoedanigheid van werknemer en niet kon aantonen dat hij geen verhaal had op L N.V. voor de betaalde bedragen.
De Raad concludeert dat de betalingen van appellant aan de schuldeisers van L N.V. niet kunnen worden aangemerkt als kosten van dienstbetrekking, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij deze verplichtingen is aangegaan om zijn dienstverband bij T N.V. te verkrijgen. De Raad wijst de beroepen van appellant af, waarmee de beslissing van de Inspecteur wordt bevestigd.