ECLI:NL:ORBBNAA:2001:BU4311
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- J.W. Ilsink
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag winstbelasting en omkering bewijslast
In deze zaak gaat het om een beroep van appellante tegen een aanslag in de winstbelasting voor het belastingjaar 1993, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De aanslag, gedateerd op 12 april 1999, was gebaseerd op een winst van Awg 203.500, inclusief een bedrag aan interest en een boete wegens het niet doen van aangifte. Appellante heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, waarna de Inspecteur aankondigde winstcorrecties te zullen aanbrengen. Uiteindelijk werd een navorderingsaanslag opgelegd op 14 januari 2000, die door de Inspecteur later tot nihil werd verminderd wegens termijnoverschrijding.
De mondelinge behandeling vond plaats op 23 november 2000 in Aruba, waar beide partijen aanwezig waren en pleitnota's overlegden. Appellante betoogde dat zij een verlies van Awg 9.508 had geleden, onderbouwd met jaarstukken, maar de Inspecteur negeerde deze stukken en stelde dat de winstcorrecties correct waren. De Raad overwoog dat de Inspecteur in de bezwaarfase niet adequaat op de jaarstukken van appellante was ingegaan en dat de Inspecteur de last had om de juistheid van de aanslag aannemelijk te maken. Aangezien appellante haar aangifteplicht had verzaakt, moest de Inspecteur zijn eigen gegevens gebruiken voor de aanslag.
De Raad concludeerde dat de Inspecteur niet voldoende had aangetoond dat de aanslag te hoog was en dat de jaarstukken van appellante niet op de juiste wijze waren behandeld. Uiteindelijk oordeelde de Raad dat het gelijk aan de zijde van appellante was en vernietigde de aanslag, waardoor ook de boete wegens het niet doen van aangifte niet van toepassing was. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van ingediende jaarstukken door de belastinginspecteur en de omkering van de bewijslast bij niet-tijdige aangifte.