ECLI:NL:ORBBNAA:2001:BU3866

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
18 januari 2001
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2000/044
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • L. van Gijn
  • J.W. Ilsink
  • Th. Groeneveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Navorderingsaanslag winstbelasting 1994 en bewijslast op de inspecteur

In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de winstbelasting voor het belastingjaar 1994, opgelegd aan appellante ter hoogte van Awg 76.346. Appellante heeft tijdig beroep aangetekend tegen deze aanslag bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 november 2000 in Aruba, waarbij geen van beide partijen aanwezig was. De gemachtigde van appellante heeft een bericht van verhindering gestuurd en een verweerschrift ingediend, terwijl de Inspecteur der Belastingen niet op de zitting is verschenen en geen vertoogschrift heeft ingediend.

De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de bewijslast voor de navorderingsaanslag op de Inspecteur rust. Dit houdt in dat de Inspecteur feiten en omstandigheden moet stellen en bij betwisting aannemelijk moet maken dat de navorderingsaanslag tot het juiste bedrag is opgelegd. In deze zaak heeft de Inspecteur echter niet voldaan aan zijn stelplicht, laat staan aan de op hem rustende bewijslast. Aangezien appellante de juistheid van de navorderingsaanslag betwist, heeft de Raad geoordeeld dat het beroep gegrond is.

Op basis van deze overwegingen heeft de Raad besloten de navorderingsaanslag te vernietigen. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijslast in belastingzaken en de verantwoordelijkheden van de belastinginspecteur in het proces.

Uitspraak

Beschikking van 18 januari 2001, nr. 2000/044
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Aruba,
inzake:
appellante
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Loop van het geding
1.1. Aan appellante is voor het jaar 1994 een navorderingsaanslag in de winstbelasting opgelegd ten bedrage van Awg 76.346. Daartegen is appellante tijdig in beroep gekomen bij de Raad. De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend.
1.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van de Raad van 24 november 2000, gehouden op Aruba. Geen van beide partijen is verschenen. De gemachtigde van appellante heeft een bericht van verhindering gestuurd en een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft niets van zich laten horen.
2. Beoordeling van het beroep
Op de Inspecteur rust de last feiten en omstandigheden te stellen - en bij betwisting aannemelijk te maken - waaruit kan worden afgeleid dat de navorderingsaanslag tot het juiste bedrag is opgelegd. De Inspecteur heeft zelfs niet aan zijn stelplicht voldaan, laat staan aan de op hem rustende bewijslast, zodat - nu appellante de juistheid van de haar opgelegde navorderingsaanslag betwist - het beroep tegen die aanslag gegrond is. Mitsdien zal de Raad die aanslag vernietigen.
3. Beslissing
De Raad vernietigt de navorderingsaanslag waarvan beroep.
mrs. L. van Gijn, J.W. Ilsink en Th. Groeneveld