ECLI:NL:ORBBNAA:2000:BU9693
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W.M. Bijloos
- Th. Groeneveld
- C.W.M. van Ballegooijen
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en huuropbrengst verhuur woonhuis
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting die is opgelegd aan appellante voor het jaar 1994. Appellante verhuurde haar gemeubileerde woonhuis aan de M-straat vanaf 1 juli 1994 voor Naf 2.300 per maand. In haar aangifte inkomstenbelasting verantwoordde zij een zuiver inkomen van Naf 56.570, maar meldde slechts een opbrengst uit verhuur van Naf 400. De Inspecteur kwam echter bij een onderzoek in 1997 tot de conclusie dat de werkelijke huuropbrengst Naf 13.800 bedroeg, wat leidde tot de navorderingsaanslag.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de opbrengst van de verhuur van de woning tot het inkomen behoort. Appellante had de huurwaarde volgens de Gebruiksbelasting in plaats van de werkelijk genoten huuropbrengst in haar aangifte opgenomen, wat volgens de Raad niet juist is. De Raad oordeelt dat de werkelijke huuropbrengst in geld tot het inkomen behoort, zoals vastgelegd in de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943.
Daarnaast heeft de Raad zich gebogen over de vraag of de Inspecteur meerdere navorderingsaanslagen had mogen opleggen voor elk belastingjaar afzonderlijk. De Raad concludeert dat dit in overeenstemming is met de wetgeving, die bepaalt dat een navorderingsaanslag per belastingjaar wordt opgelegd.
Verder is er discussie over de opbrengst van de verhuur van roerende zaken, zoals het meubilair. De Raad bevestigt dat deze opbrengst ook tot het inkomen behoort. Appellante stelde dat kosten van afschrijving op het meubilair in mindering gebracht moesten worden, maar de Raad oordeelt dat deze kosten niet in mindering kunnen worden gebracht op het zuivere inkomen. De Raad verklaart het beroep van appellante ongegrond.