ECLI:NL:ORBBNAA:2000:BU4369

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
30 november 2000
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1999-078
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • L. van Gijn
  • J.W. Ilsink
  • Th. Groeneveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen boete wegens niet doen van aangifte als de inspecteur het aangiftebiljet winstbelasting naar een onjuist adres verzendt

In deze zaak is appellante een boete opgelegd van Naf 1.451 wegens het niet-tijdig doen van aangifte voor de winstbelasting over het jaar 1997. De Inspecteur handhaafde deze boete na bezwaar bij beschikking van 20 januari 1999. Appellante heeft hiertegen op 19 maart 1999 beroep aangetekend bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend, wat betekent dat de zaak zonder zijn verdediging is behandeld.

De mondelinge behandeling vond plaats op 20 november 2000 in Curaçao, waarbij alleen de gemachtigde van appellante aanwezig was. De Raad heeft vastgesteld dat het aangiftebiljet voor de winstbelasting 1997 naar een onjuist adres is verzonden, waardoor appellante het biljet niet tijdig heeft ontvangen. Dit onjuiste adres was bekend bij de Inspecteur, aangezien het aangiftebiljet voor de winstbelasting 1996 wel naar het juiste adres was gestuurd. Hierdoor kan appellante niet worden verweten dat de aangifte te laat is ingediend.

De Raad heeft geoordeeld dat er geen grond is voor het opleggen van een boete wegens het niet-tijdig doen van aangifte, en heeft de beschikking op bezwaar vernietigd voor zover deze de boete handhaafde. De boete is derhalve vernietigd, wat betekent dat appellante niet langer aansprakelijk is voor de opgelegde boete.

Uitspraak

Beschikking van 30 november 2000, nr. 1999-078.
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curaçao,
1. Procesverloop
1.1. Aan appellante is wegens het niet-tijdig doen van aangifte voor de winstbelasting over het jaar 1997 een boete opgelegd ten bedrage van Naf 1.451. Na bezwaar heeft de Inspecteur de boete bij beschikking van 20 januari 1999 gehandhaafd. Tegen die beschikking is appellante op 19 maart 1999 in beroep gekomen bij de Raad. De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend.
1.2. De zaak is mondeling behandeld ter zitting van de Raad van 20 november 2000, gehouden op Curaçao. Alleen de gemachtigde van appellante is verschenen.
2. Beoordeling
Aan appellante is een aangiftebiljet winstbelasting 1997 verstuurd. Het daarop vermelde adres is echter onjuist, zodat het biljet appellante niet, althans te laat heeft bereikt en de aangifte dus ook te laat is ingediend. De Inspecteur kon weten dat het adres onjuist was, aangezien het aangiftebiljet winstbelasting 1996 wel het juiste adres bevatte. Het is dan ook niet aan appellante te wijten dat te laat aangifte is gedaan. Voor het opleggen van en boete wegens het niet-tijdig doen van aangifte, is derhalve geen plaats. De boete moet worden vernietigd.
3. Beslissing
De Raad vernietigt de beschikking op bezwaar voor zover daarbij de boete is gehandhaafd en vernietigt de boete.
mrs. L. van Gijn, J.W. Ilsink en Th. Groeneveld