ECLI:NL:ORBBNAA:2000:BU4076
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W.M. Bijloos
- C.W.M. van Ballegooijen
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Verrekening van verliezen en afwaardering van vorderingen in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 28 juli 2000, staat de appellante, een naamloze vennootschap opgericht naar Arubaans recht, in beroep tegen een aanslag in de winstbelasting over het jaar 1992. De Inspecteur had een belastbaar bedrag vastgesteld van Awg 348.300, waartegen appellante bezwaar had aangetekend. De zaak betreft de vraag of appellante recht heeft op verrekening van een verlies van Awg 50.675 uit 1989 en of afwaarderingen van gecedeerde vorderingen op een failliete dochteronderneming in 1990 en 1992 ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht.
De Raad overweegt dat appellante in 1989 een verlies heeft geleden, maar dat dit verlies niet kan worden verrekend met winsten uit latere jaren, omdat in dat jaar ook winst is genoten die vrijgesteld was van belasting. De Raad stelt vast dat de winstuitkeringen, waarover geen belasting wordt geheven, deel uitmaken van de winst, ook al zijn ze vrijgesteld. Dit betekent dat appellante in 1989 geen verlies heeft geleden dat in latere jaren kan worden verrekend.
Daarnaast wordt de overname van een vordering door appellante op haar failliete dochteronderneming D. tegen nominale waarde als onzakelijk beoordeeld, omdat D. in precaire financiële omstandigheden verkeerde. De Raad concludeert dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de overgenomen vordering minder waard was dan het bedrag van de overname. De Raad vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag tot een belastbaar bedrag van Awg 128.300, waarbij de gedeeltelijke aflossing door D. op haar schuld aan appellante in 1992 niet tot de winst kan worden gerekend.
De beslissing van de Raad is dat het beroep gegrond wordt verklaard, de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de aanslag wordt verminderd. De zaak benadrukt de noodzaak van zakelijkheid bij de waardering van vorderingen en de gevolgen van belastingvrijstellingen voor de verrekening van verliezen.