ECLI:NL:ORBBNAA:2000:BU4068
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W.M. Bijloos
- Th. Groeneveld
- C.W.M. van Ballegooijen
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van ingehouden premie AVBZ in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 4 april 2000, staat de aftrekbaarheid van de ingehouden premie voor de Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten (AVBZ) centraal. Appellant, woonachtig op Curaçao, ontving een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997, gebaseerd op een zuiver inkomen van Naf 62.832. Na bezwaar werd deze aanslag verlaagd tot Naf 58.845, met een kinderaftrek van Naf 250. Appellant ging in beroep tegen de beslissing op bezwaar, waarbij de Inspecteur een vertoogschrift indiende.
De Raad heeft vastgesteld dat de ingehouden premie AVBZ, die door de werkgever van appellant op het loon werd ingehouden, niet kan worden aangemerkt als een last die op de opbrengst van de dienstbetrekking rust. Dit is in lijn met artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943. De Raad oordeelt dat deze premie moet worden gezien als verplichte inkomensbesteding, wat betekent dat het de hoogte van het zuivere inkomen niet beïnvloedt.
De Raad concludeert dat, gezien de onbetwiste aanspraak van appellant op kinderaftrek tot Naf 500, de aanslag moet worden verminderd tot een zuiver inkomen van Naf 58.845, met toepassing van de gehuwdentabel en de verhoogde kinderaftrek. De beslissing van de Raad is om de eerdere beschikking te vernietigen en de aanslag dienovereenkomstig te verlagen.