ECLI:NL:ORBBNAA:1999:BU9680
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W.M. Bijloos
- J.W. Ilsink
- C.W.M. van Ballegooijen
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van aanslag inkomstenbelasting en gevolgen van emigratie voor belastingplichtige
In deze zaak gaat het om de tijdigheid van een aanslag in de inkomstenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd voor het belastingjaar 1991. De belanghebbende had zich in 1992 met zijn gezin naar Nederland verhuisd, maar had dit niet gemeld bij de Inspectie der Belastingen. Hierdoor ontving hij het aanslagbiljet, dat op 30 september 1993 was gedateerd, pas veel later op zijn oude adres op Sint Eustatius. De belanghebbende stelde dat de aanslag te laat was opgelegd en dat deze daarom verjaard was. De Inspecteur daarentegen stelde dat de belanghebbende zelf verantwoordelijk was voor het niet tijdig ontvangen van de aanslag, omdat hij zijn emigratie niet had doorgegeven.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 15 oktober 1999 geoordeeld dat de belanghebbende niet aan zijn verplichtingen had voldaan door de Inspecteur niet tijdig op de hoogte te stellen van zijn emigratie. De Raad oordeelde dat de aanslag tijdig was opgelegd en dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar het gevolg was van de nalatigheid van de belanghebbende. De Raad vernietigde de beschikking van de Inspecteur en verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn bezwaar, omdat de wettelijke termijn voor het indienen van bezwaar was overschreden.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig doorgeven van adreswijzigingen aan de belastingautoriteiten en de verantwoordelijkheden van belastingplichtigen in het kader van hun aangifteplicht. De Raad concludeerde dat de belanghebbende zelf verantwoordelijk was voor de gevolgen van zijn nalatigheid en dat de Inspecteur niet gehouden was om zelf onderzoek te doen naar het woonadres van de belastingplichtige.