ECLI:NL:ORBBNAA:1999:BU9378

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
15 oktober 1999
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1998/005A
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting en premieheffing AOV/AWW over het jaar 1995

In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen twee beschikkingen op bezwaar, gedateerd 24 november 1997, betreffende hem opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en de premieheffing AOV/AWW voor het belastingjaar 1995. Het beroepschrift is op 9 januari 1998 ingediend bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. Appellant heeft het beroepschrift gesplitst en vraagt nu om een oordeel over de aanslag inkomstenbelasting 1995. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend en de mondelinge behandeling vond plaats op 26 april 1999 op Bonaire, waar beide partijen deugdelijk vertegenwoordigd waren.

Tijdens de beoordeling van het beroep heeft de Inspecteur onweersproken gesteld dat hij in de bezwaarfase met appellant een compromis heeft gesloten. Dit compromis leidde tot een vermindering van de aanslag. Aangezien er geen argumenten zijn aangedragen die de geldigheid van het compromis in twijfel trekken, moet dit compromis in rechte worden geëerbiedigd. Daarom heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken geoordeeld dat het beroep ongegrond is.

De Raad heeft in zijn beslissing op 15 oktober 1999 verklaard dat het beroep ongegrond is, en bevestigt daarmee de eerdere beslissing van de Inspecteur.

Uitspraak

Beschikking van 15 oktober 1999, nr. 1998/005A.
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Bonaire,
1. Procesverloop
1.1. Appellant heeft bij een ongesplitst beroepschrift, dat op 9 januari 1998 bij de Raad is ingekomen, beroep ingesteld tegen twee beschikkingen op bezwaar, alle gedagtekend 24 november 1997, betreffende hem over het jaar 1995 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting (IB) en de premieheffing AOV/AWW (PH).
1.2. Appellant heeft het beroepschrift gesplitst en vraagt thans het oordeel van Raad over de hem opgelegde aanslag IB 1995. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van de Raad op Bonaire op 26 april 1999. Beide partijen zijn, deugdelijk vertegenwoordigd, verschenen.
2. Beoordeling van het beroep.
De Inspecteur heeft onweersproken gesteld dat hij in de bezwaarfase met appellant een compromis heeft gesloten, op grond waarvan hij uitspraak op bezwaar heeft gedaan en de aanslag heeft verminderd. Aangezien gesteld noch gebleken is dat het compromis niet geldig zou zijn, moet het in rechte worden geëerbiedigd zodat het beroep ongegrond is.
3. Beslissing
De Raad verklaart het beroep ongegrond.
mrs. A.W.M. Bijloos, J.W. Ilsink en C.W.M. van Ballegooijen