ECLI:NL:ORBBNAA:1999:BU7513

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
26 februari 1999
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1997/230
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aftrekbaarheid van kosten voor levensonderhoud van studerende kinderen en onderhoudskosten voor woning

In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van kosten voor levensonderhoud van studerende kinderen en de aftrekbaarheid van onderhoudskosten voor de woning van appellant. Appellant, een registeraccountant, heeft voor het belastingjaar 1994 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, waarbij een zuiver inkomen van Naf. 507.556 is vastgesteld. Na bezwaar is deze aanslag verminderd tot Naf. 495.006. Appellant heeft beroep aangetekend tegen deze beschikking, waarbij hij onder andere kosten voor zijn studerende kinderen heeft opgevoerd als buitengewone lasten. De Raad heeft vastgesteld dat appellant twee studerende kinderen heeft, waarvan één in Nederland en één in de Verenigde Staten studeert. Appellant heeft een bedrag van Naf. 50.894,30 opgevoerd voor de kosten van zijn kinderen, maar de Raad heeft geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende is om aan te tonen dat de kinderen voor ten minste Naf. 1000 in hun eigen levensonderhoud hebben bijgedragen. De Raad heeft ook de kosten van klinkerwerkzaamheden aan de woning van appellant beoordeeld en heeft geoordeeld dat de helft van deze kosten, Naf. 5.200, als aftrekbare kosten kan worden aangemerkt. Uiteindelijk heeft de Raad de bestreden beschikking vernietigd en de aanslag verminderd tot een zuiver inkomen van Naf. 489.806.

Uitspraak

Beschikking van 26 februari 1999, nr. 1997/230
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curacao,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Het procesverloop
1.1. Aan appellant is voor het jaar 1994 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd naar een zuiver inkomen van Naf. 507.556.
1.2. Bij beschikking d.d. 16 oktober 1997 op het door appellant ingediende bezwaarschrift heeft de Inspecteur de aanslag verminderd tot een naar een zuiver inkomen van Naf. 495.006.
1.3. Bij het op 16 december 1997 bij de Raad ingekomen beroepschrift, is appellant van deze beschikking in beroep gekomen.
1.4. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5. Ter zitting van 18 november 1998 zijn verschenen de gemachtigde en de Inspecteur.
2. De ontvankelijkheid van het beroep.
Appellant kan in zijn beroep worden ontvangen, nu het beroepschrift binnen de daarvoor geldende termijn is ingediend.
3. De tussen partijen vaststaande feiten
Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde is, als tussen partijen niet in geschil dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende komen vast te staan.
3.1. Appellant, als registeraccountant verbonden aan een accountantsmaatschap, heeft twee studerende kinderen. Een kind studeert in Nederland, het andere in de U.S.A.
3.2. Appellant heeft onder de buitengewone lasten een post opgevoerd terzake van zijn in het buitenland studerende kinderen groot Naf. 50.894,30, waarvan Naf. 6.456 voor het in Nederland studerende kind en Naf. 44.438,30 voor het kind dat in de U.S.A. studeert.
3.3. In het onderhavige jaar heeft appellant bij zijn woning gelegen asfalt laten verwijderen en vervangen door klinkers. Terzake heeft appellant een aftrekpost van Naf. 10.400 opgevoerd in zijn aangifte.
4. Geschil
Tussen partijen is in geschil:
- of de kosten van de klinkerwerken aftrekbare onderhoudskosten zijn, en
- of recht bestaat op aftrek onder de buitengewone lasten wegens studiekosten/ levensonderhoud van de kinderen.
5. De standpunten van partijen
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken.
6. Beoordeling van het geschil
6.1. Ter zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen in dier voege dat de helft van de kosten van de klinkerwerkzaamheden ad totaal Naf. 10.400, derhalve Naf. 5.200, als aftrekbare kosten in aftrek zullen komen. De Raad ziet geen reden van het bereikte compromis af te wijken.
6.2. Aftrek onder buitengewone lasten wegens aan een kind verstrekt levensonderhoud kan plaatsvinden, indien overigens aan de voorwaarden is voldaan, mits het kind voor ten minste Naf. 1000 zelf in de kosten van zijn levensonderhoud bijdraagt.
6.3. Appellant staaft zijn aanspraak op aftrek onder de buitengewone lasten voor aan zijn studerende kinderen verstrekt levensonderhoud met een schriftelijke verklaring van zijn in Nederland studerende zoon waarin staat dat deze in 1994 door het verrichten van allerlei werkzaamheden voor meer dan Naf. 1000 heeft bijgedragen in zijn eigen levensonderhoud.
6.4. Ten aanzien van de in de U.S.A. studerende zoon heeft appellant een boekingsstuk betreffende een rekening bij de X-Bank in Nederland ten name van A overgelegd, waaruit blijkt dat Nlf. 4995,02 ten gunste van voornoemde persoon is geboekt.
6.5. De Raad acht de enkele verklaring van appellants zoon in Nederland, zonder nadere bewijzen zoals bankafschriften waarop verdiensten geboekt zijn etc., onvoldoende om aannemelijk te maken dat deze voor tenminste Naf. 1000 in zijn eigen levensonderhoud heeft bijgedragen.
6.6. Het overgelegde boekingsstuk is onvoldoende bewijs om aannemelijk te maken dat de in de U.S.A. studerende zoon voor tenminste Naf. 1000 in zijn eigen levensonderhoud heeft bijgedragen.
6.7. Uit het onder 6.1 overwogene volgt dat de uitspraak van de Inspecteur dient te worden vernietigd en het bij de aanslag vastgestelde zuivere inkomen dient te worden verminderd met Naf. 5.200.
7. De beslissing
De Raad:
- vernietigt de bestreden beschikking;
- vermindert de aanslag tot een naar een zuiver inkomen van Naf. 489.806.
mrs. A.W.M. Bijloos, voorzitter, J.K. Moltmaker en Th. Groeneveld, leden