ECLI:NL:ORBBNAA:1998:BU5674

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
30 oktober 1998
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1997-136
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit Inspecteur der Belastingen inzake teruggave loon- en inkomstenbelasting

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 oktober 1998 uitspraak gedaan in een beroep van een appellant tegen een besluit van de Inspecteur der Belastingen. Het beroep was gericht tegen een beslissing van de Inspecteur van 1 november 1996, waarin geen teruggave werd verleend van een bedrag van NAƒ 57.551,25 aan loon- en inkomstenbelasting, geheven ter zake van de afkoop van pensioenrechten in 1986. De appellant had op 14 augustus 1997 een beroepschrift ingediend, dat op 19 augustus 1997 bij de Raad was ingekomen. De Inspecteur diende een vertoogschrift in, waarop de appellant reageerde met een verweerschrift. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 april 1998 te Curaçao, waar zowel de gemachtigde van de appellant als de Inspecteur aanwezig waren.

De Raad beoordeelde de zaak aan de hand van de relevante wetgeving op de Nederlandse Antillen, waarbij de toegang tot de belastingrechter beperkt is tot de gevallen die expliciet in de heffingsverordeningen zijn genoemd. De Raad concludeerde dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk was, omdat de brief van de Inspecteur van 1 november 1996 niet kon worden aangemerkt als een beschikking op een bezwaarschrift. De Inspecteur had de brief opgevat als een verzoek om ambtshalve vermindering van de onherroepelijk vaststaande aanslag inkomstenbelasting, en tegen een dergelijke beschikking kon de appellant geen rechtsmiddel aanwenden volgens het Antilliaans fiscaal procesrecht. De Raad verklaarde de appellant dan ook niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 1998, nr. 1997-136
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curacao,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Loop van het geding:
1.1 Bij beroepschrift van 14 augustus 1997, ingekomen bij de Raad op 19 augustus 1997, is appellant in beroep gekomen tegen het besluit van de Inspecteur van 1 november 1996 om geen teruggave te verlenen van een bedrag van NAƒ 57.551,25 aan loon- en inkomstenbelasting, dat van appellant is geheven ter zake van de afkoop van zijn pensioenrechten in 1986.
1.2 De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend, waarop appellant heeft gereageerd met een verweerschrift.
1.3 De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad op 22 april 1998 te Curaçao. De gemachtigde van appellant en de Inspecteur zijn verschenen.
2. Beoordeling:
2.1 Op de Nederlandse Antillen heeft de wetgever de toegang tot de belastingrechter beperkt tot die gevallen die met zoveel woorden in de verschillende heffingsverordeningen zijn genoemd.
In het onderhavige geval kan het slechts gaan om art. 47 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) en om art. 18 van de Landsverordening op de loonbelasting 1976 (LLB), welke bepalingen beroep openstellen tegen een beschikking van de Inspecteur op een bezwaarschrift.
2.2 Kan de brief van de Inspecteur van 1 november 1996, waartegen het beroepschrift zich richt, worden aangemerkt als een beschikking op een bezwaarschrift? De Raad beantwoordt die vraag ontkennend. De Inspecteur doet in die brief immers geen uitspraak op een bezwaarschrift maar reageert op een verzoek van appellant om restitutie van over het jaar 1986 geheven loon- en/of inkomstenbelasting. Dat verzoek heeft de Inspecteur opgevat en – gelet op de inhoud van de gedingstukken - ook mogen opvatten als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aan appellant over het jaar 1986 opgelegde - en naar uit de gedingstukken blijkt - onherroepelijk vaststaande aanslag in de inkomstenbelasting. Op dat verzoek heeft de Inspecteur negatief beschikt. Tegen een dergelijke beschikking kan appellant naar stellig Antilliaans fiscaal procesrecht bij de Antilliaanse belastingrechter geen rechtsmiddel aanwenden.
Appellant kan dan ook niet in zijn beroep worden ontvangen.
3. Beslissing:
De Raad verklaart appellant niet -ontvankelijk in zijn beroep.
mrs. A.W.M. Bijloos, J.K. Moltmaker en J.W. Ilsink