ECLI:NL:ORBBNAA:1996:BU5558

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
14 oktober 1996
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1996-064
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. Warnink
  • J.K. Moltmaker
  • Th. Groeneveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing op fooien in de vorm van fiches voor croupiers in casino's

In deze zaak gaat het om de belastingheffing op fooien die croupiers in de vorm van casino-fiches ontvangen. De N.V. R, de werkgever van X, heeft loonbelasting ingehouden op het loon van X over januari 1994, waartegen X bezwaar heeft gemaakt. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen, waarna X in beroep is gegaan. Tijdens de zitting op 19 april 1996 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft vastgesteld dat de fooien in de vorm van fiches als loon moeten worden aangemerkt volgens de Landsverordening op de Loonbelasting 1976. De Raad oordeelt dat de inspecteur zich niet heeft gedragen in strijd met het legaliteitsbeginsel en dat de werkgever terecht loonbelasting heeft ingehouden. De Raad bevestigt de bestreden uitspraak en stelt dat de werkelijke fooien die medewerkers ontvangen belast dienen te worden. De Raad geeft richtlijnen voor de belastingheffing op fooien in de vorm van fiches, waarbij wordt opgemerkt dat als de werkelijke fooien niet kunnen worden getraceerd, 30% van het brutoloon als loon in natura moet worden belast. De uitspraak benadrukt dat de inspecteur op Sint Maarten niet verplicht is om zich te conformeren aan de belastingpraktijken op andere eilanden van de Nederlandse Antillen.

Uitspraak

Beschikking van 14 oktober 1996, nr. 1996-064
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Sint Maarten,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Het procesverloop:
1.1. De N.V. R heeft als werkgeefster van X tot een bedrag van Naf. 224,50 loonbelasting ingehouden op diens loon over de maand januari 1994.
1.2. X heeft tegen deze inhouding bezwaar gemaakt. Bij beschikking van 7 februari 1994 wees de inspecteur het bezwaar af.
1.3. Bij op 18 maart 1994 bij de Raad ingekomen beroepschrift is X van deze beschikking in beroep gekomen.
1.4. De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5. Ter zitting van de Raad van 19 april 1996 zijn verschenen de gemachtigde van X en de inspecteur. Partijen hebben gepleit overeenkomstig een door henovergelegde pleitnota. De inhoud van de pleitnota's maakt deel uit van de gedingstukken.
2. Tussen partijen vaststaande feiten:
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet voldoende weersproken staat tussen partijen, voor zover voor de beoordeling van het onderhavige geschil van belang, het volgende vast.
2.1. In de maand januari 1994 was X in dienstbetrekking bij N.V. R. X was werkzaam als croupier bij een Casino. Het loon van X wordt per twee weken uitbetaald.
2.2. X ontvangt van casino bezoekers fooien in de vorm van casino-fiches.
2.3. Bij brief van 5 januari 1994 deelde de inspecteur aan de werkgeefster van X mee dat de volgende richtlijnen tot stand waren gekomen met betrekking tot casino-personeel dat fooien in de vorm van fiches ontvangt.
"a. De werkelijke tips die de medewerkers ontvangen dienen te worden belast. Uit praktische overwegingen gaan wij akkoord dat de nettobedragen bij het brutoloon in geld worden geteld. Indien de tips eerder zijn betaald dan het loon, dienen de tips als voorschot op het loon te worden aangemerkt.
b. Indien u de werkelijke tips niet kunt of wilt traceren, dient u in het loontijdvak 30% van het brutoloon (inclusief alle looncomponenten) als loon in natura te belasten.
M.i.v. januari 1994 dienen deze richtlijnen te worden opgevolgd."
2.4. Bij brief van 17 januari 1994, gericht aan alle werkgevers op Sint Maarten, deelde de inspecteur onder meer mede dat werknemers van casino’s die fooien krijgen in de vorm van casino-fiches, belast dienen te worden voor de waarde van die fiches.
2.5. Bij de tweede loonbetaling in januari 1994 hield de werkgeefster Naf. 83,07 loonbelasting in over een door X ontvangen fooien bedrag van Naf. 271,66.
3. Geschil:
De volgende punten zijn tussen partijen in geschil:
- zijn de fooien in de vorm van casino-fiches loon in de zin van artikel 6, eerste lid, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (LLB 1976);
- heeft de inspecteur enig rechtsbeginsel of algemeen beginsel van behoorlijk bestuur geschonden door de werkgeefster een inhoudingsplicht op te leggen.
4. Standpunten van partijen:
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken, waarvan de inhoud van de overgelegde pleitnota's deel uitmaakt.
Ter zitting heeft de gemachtigde daaraan nog toegevoegd:
X ontvangt een gematigd basisloon van Naf. 1.600,of Naf. 1.700,per twee weken. De ingewisselde fiches worden in het casino geadministreerd. Ik verzoek om een proceskostenveroordeling.
5. Beoordeling van het geschil:
5.1. Prestaties die derden onverplicht doen toekomen aan een werknemer zijn loon in de zin van artikel 6, eerste lid, van de LLB 1976, indien zij de arbeid vergoeden die de werknemer in de uitoefening van zijn dienstbetrekking verricht.
Naar het oordeel van de Raad vergoeden de fiches die een casino-bezoeker geeft aan de croupier diens arbeid. Aannemelijk is immers dat de casino-bezoeker door het geven van een fiche zijn tevredenheid over de werkzaamheden van de croupier tot uitdrukking brengt. De door X ontvangen fiches zijn dan ook voor de daaraan toe te kennen waarde loon in de zin van voormelde bepaling.
5.2. De Raad leidt uit het vaststaande onder 2.5. af, dat de werkgeefster het exacte loonbedrag ter zake van de door X ontvangen fiches heeft kunnen vaststellen. Zulks ligt ook voor de hand nu de gemachtigde ter zitting heeft verklaard dat de ingewisselde fiches in het casino geadministreerd worden.
Derhalve heeft de werkgeefster terecht en tot het juiste bedrag loonbelasting inhouden ten laste van X.
5.3. In het voren overwogene ligt besloten dat de inspecteur zich jegens X niet heeft gedragen in strijd met het legaliteitsbeginsel, noch onvoldoende diens belangen heeft gewogen.
5.4. X heeft voorts doen stellen dat op geen enkel ander eiland van de Nederlandse Antillen de casino's tot een dergelijke inhouding verplicht worden, zodat de inspecteur op Sint Maarten op grond van het gelijkheidsbeginsel gehouden is te accepteren dat de casino's geen loonbelasting inhouden ten aanzien van door croupiers ontvangen fiches.
De Raad verwerpt het gestelde als voormeld. Kennelijk leggen de inspecteurs op andere eilanden van de Nederlandse Antillen de LLB 1976 niet ten uitvoer ten aanzien van door croupiers in casino's ontvangen fiches, zulks al dan niet beleidsmatig. De inspecteur op Sint Maarten is echter bestuurlijk niet gehouden zich daaraan te conformeren.
5.5. Uit het voren overwogene volgt dat het gelijk aan de inspecteur is.
6. Beslissing:
De Raad bevestigt de bestreden uitspraak.
Mrs. H. Warnink, J.K. Moltmaker en Th. Groeneveld