ECLI:NL:ORBBNAA:1995:BU5158

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
5 april 1995
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1994-180
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Warnink
  • J. Moltmaker
  • R. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep tegen bericht inspecteur over winstbelasting voor stichting

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 5 april 1995 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep van een stichting tegen een bericht van de Inspecteur der Belastingen. De stichting had de Inspecteur verzocht om bevestiging dat de netto-opbrengst uit voorgenomen commerciële activiteiten niet als 'winst' zou worden beschouwd onder de Landsverordening op de Winstbelasting. De Inspecteur antwoordde op 22 september 1994 dat, indien de stichting winst zou behalen, deze onderworpen zou zijn aan winstbelasting. Hierop heeft de gemachtigde van de stichting beroep ingesteld, maar de Raad oordeelde dat er geen mogelijkheid was om beroep in te stellen tegen het bericht van de Inspecteur, aangezien er geen aanslag was opgelegd en de Landsverordening op de Winstbelasting geen beroep tegen dergelijke berichten toestaat. De Raad verklaarde de stichting in haar beroep niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beschikking van 5 april 1995, nr. 1994-180
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Bonaire,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Het procesverloop
1.1. Bij brief van 21 juni 1994 heeft de gemachtigde van X aan de Inspecteur verzocht te bevestigen dat de netto-opbrengst uit de voorgenomen activiteiten van X niet zal worden beschouwd als "winst" in de zin van de Landsverordening op de Winstbelasting.
1.2. Bij brief van 22 september 1994 heeft de Inspecteur aan de gemachtigde bericht, dat, indien de stichting met voorgenomen commerciële activiteiten winst behaalt, deze dan zal zijn onderworpen aan winstbelasting.
1.3. Tegen de inhoud van genoemde brief van de Inspecteur heeft de gemachtigde beroep ingesteld; het beroepsschrift is op 20 oktober 1994 bij de Raad ingekomen.
1.4. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend en de zaak is behandeld ter zitting van de Raad d.d. 20 februari 1995. Op die zitting hebben de gemachtigde van X en de Inspecteur hun standpunten nader uiteengezet. De pleitnota van de gemachtigde bevindt zich onder de stukken.
2. De ontvankelijkheid van het beroep.
2.1. Blijkens art. 1 lid 2 van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken, doet de Raad uitspraak op beroepschriften inzake belastingen, voorzover in de daartoe betrekkelijke algemene verordeningen beroep op de Raad is toegelaten.
2.2. Evenwel is niet in enige "algemene verordening", en met name ook niet in de Landsverordening op de Winstbelasting, een voorschrift aan te wijzen, dat beroep toelaat van hetgeen de Inspecteur in zijn brief van 22 september 1994 tot uitdrukking heeft gebracht. Slechts tegen aanslagen of navorderingsaanslagen is een bezwaar- en beroepsprocedure opengesteld. Een aanslag is in deze zaak niet opgelegd.
3. De beslissing.
De Raad verklaart X in haar beroep niet- ontvankelijk.
mrs. Warnink, Moltmaker, Ilsink