ECLI:NL:ORBBNAA:1995:BU5126

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
31 januari 1995
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1994-122
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Warnink
  • A. Moltmaker
  • J. Groeneveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en correcties door de Inspecteur

In deze zaak gaat het om een beroep van X tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1989, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De aanslag was gebaseerd op een tabelinkomen van 506.319 gulden. X had bezwaar aangetekend tegen de beschikking van de Inspecteur, die op 8 juli 1994 was afgewezen. Het beroep werd op 3 augustus 1994 ingediend en de zaak werd behandeld op 27 september 1994. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van X een pleitnota en een controle-rapport overgelegd, waaruit bleek dat de Inspecteur zijn correcties voornamelijk baseerde op dit rapport.

De Raad heeft vastgesteld dat X een eenmanszaak exploiteert in de vorm van een winkel in ijzerwaren en vloerbedekking. De Inspecteur had verschillende correcties aangebracht bij de aanslagregeling, maar X betwistte deze correcties en stelde dat de Inspecteur niet over nieuwe feiten beschikte die navordering rechtvaardigden. De Raad heeft de argumenten van beide partijen overwogen, waarbij X zijn standpunt onderbouwde met bewijsstukken en de Inspecteur zijn correcties niet voldoende kon onderbouwen.

Uiteindelijk heeft de Raad de beschikking van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een belastbaar bedrag van 441.328 gulden. De Raad oordeelde dat de Inspecteur in verschillende gevallen onvoldoende bewijs had geleverd voor de aangebrachte correcties, waardoor deze niet konden standhouden. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijslast in belastingzaken en de noodzaak voor de Inspecteur om zijn standpunten adequaat te onderbouwen.

Uitspraak

Beschikking van 31 januari 1995, nr. 1994-122
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curacao,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1 Loop van het geding
1.1. Aan X is over het jaar 1989 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd naar een tabelinkomen van 506.319,=.
1.2. Het door X ingediende bezwaarschrift is bij beschikking van de Inspecteur van 8 juli 1994 afgewezen.
1.3. Tegen deze beschikking heeft X bij beroepsschrift, bij de Raad ingekomen op 3 augustus 1994, mitsdien tijdig, beroep ingesteld.
1.4. De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend.
1.5. De zaak is behandeld ter zitting van de Raad op 27 september 1994, waar zijn verschenen de gemachtigde van X alsmede de Inspecteur. Gemachtigde heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd en heeft het rapport van het Belastingaccountantsbureau te U overgelegd, behelzende de uitkomsten van het onderzoek naar de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 1988 tot en met 1990 van X (hierna het controle-rapport). De Inspecteur heeft zijn standpunt nader mondeling toegelicht en heeft zich uitgelaten over de pleitnota.
2. Vaststaande feiten
Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende komen vast te staan.
2.1. X exploiteert in de vorm van een eenmanszaak een winkel in ijzerwaren en vloerbedekking, een handel in bouwmaterialen, alsmede agenturen.
2.2. De Inspecteur heeft bij de aanslagregeling - kennelijk - de volgende correcties aangebracht:
Persoonlijke uitgaven onder onkosten:
1 . privé levensverzekeringen 25.909,=
2. politieke partijen, golf-, yachtclub 27.782,=
3. entertainment 8.525,=
4. privé auto's 2.646,=
5. kosten porti, telefoon en telex niet
aannemelijk gemaakt 8.012,=
6. verschil sociale lasten 35.589,=
7. niet aangegeven AOV uitkering 6.480,=
Totaal der correcties 114.943,=
2.3. De Inspecteur baseert zijn correcties op het controle-rapport, welk rapport door X ter zitting is overgelegd.
3. Geschil
Het geschil betreft de vraag of voormelde correcties terecht zijn aangebracht.
4. Standpunten van partijen
4.1. X stelt zich op het standpunt dat de Inspecteur ten aanzien van een aantal posten heeft nagevorderd zonder over een nieuw feit te beschikken dat navordering rechtvaardigt, zomede dat de bewijslast ten aanzien van de correcties op de Inspecteur rust en dat deze er niet in is geslaagd het vereiste bewijs te leveren.
4.2. De Inspecteur verwijst ter ondersteuning van zijn standpunt in hoofdzaak naar het controle-rapport.
4.3. Met betrekking tot de standpunten van partijen ten aanzien van de hierna onder 5 afzonderlijk omschreven posten zij verwezen naar het aldaar gestelde.
5. Overwegingen omtrent het geschil
5.1 Privé levensverzekeringen. X heeft deze correctie gemotiveerd bestreden, daartoe stellende dat de litigieuze kosten betreffen premies voor uitvaartverzekeringen voor werknemers, alsmede ziektekosten betaald voor de zoon van X, die werknemer is van X. De Inspecteur heeft de correctie niet nader toegelicht. Naar oordeel van de Raad heeft de Inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting van X de correctie onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat deze moet vervallen.
5.2 Politieke partijen, clubs. X heeft gemotiveerd gesteld dat hij alle politieke partijen te U sponsort teneinde zijn zakelijke contacten met de overheid te bevorderen. De Inspecteur heeft de correctie niet nader toegelicht. Naar oordeel van de Raad heeft de Inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting van X de correctie onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat deze moet vervallen. Ten aanzien van de correcties lidmaatschappen yacht- en golfclub heeft X onweersproken gesteld dat die posten in de jaarrekening worden genoemd. Alsdan heeft de Inspecteur niet enig - nieuw - gegeven aan zijn navorderingsaanslag ten grondslag gelegd, zulks in strijd met artikel 48 van de landsverordening op de inkomstenbelasting 1943. Ook deze correcties dienen derhalve te vervallen.
5.3. Entertainment. X heeft gemotiveerd gesteld dat hij deze kosten gemaakt heeft om relaties te vermaken. De Inspecteur heeft de correctie nader toegelicht. Naar het oordeel van de Raad heeft de Inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting van X de correctie onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat deze moet vervallen.
5.4. Privé-auto's. X heeft gemotiveerd gesteld dat de correctie waarschijnlijk betrekking heeft op de kosten van de privé-auto van de zoon van X welke voor rekening van de zaak gekomen zijn. X heeft naar zijn stelling deze kosten betaald ten behoeve van de zoon als werknemer. De Inspecteur heeft de correctie niet nader toegelicht. Naar het oordeel van de Raad heeft de Inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting van X de correctie onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat deze moet vervallen.
5.5. Porti, telefoon, telex. X heeft deze correctie bestreden, stellende dat hij het controle-rapport niet had ontvangen. Hij heeft dit rapport ter zitting echter overgelegd, zodat hij van de inhoud van het rapport kennis kan hebben. De correctie is aangebracht, omdat tot het gecorrigeerde bedrag de kosten niet zijn gedekt door bescheiden of verklaringen. X heeft zulks niet weersproken. De correctie is derhalve terecht aangebracht.
5.6. Sociale lasten. X bestrijdt deze correctie stellende dat hij geen aanknopingspunt vindt tussen de correctie en de jaarrekening. De Inspecteur heeft de correctie trachten te onderbouwen met een verwijzing naar het controle-rapport. Het controle-rapport bevat echter op deze correctie geen enkele toelichting. Naar het oordeel van de Raad heeft de Inspecteur onvoldoende gesteld om de aangebrachte correctie te rechtvaardigen, zodat deze moet vervallen.
5.7. AOV-uitkering.
X heeft gemotiveerd gesteld dat hij geen AOV-uitkering heeft aangevraagd en derhalve geen uitkering heeft ontvangen. De Inspecteur heeft de correctie niet nader toegelicht. Naar het oordeel van de Raad heeft de Inspecteur de correctie onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat zij dient te vervallen.
5.8. Recapitulatie.
Op grond van hetgeen door de Raad onder 5.1 tot en met 5.7 is overwogen dient het belastbaar bedrag voor 1988 als volgt te worden berekend:
aangegeven zuiver inkomen 433.316,=
correctie porti, telefoon en telex 8.012,=
belastbaar bedrag 441.328,=
6. Beslissing
De Raad vernietigt de beschikking van de Inspecteur op het bezwaarschrift en vermindert de aanslag tot een berekend belastbaar bedrag van 441.328,=
mrs. Warnink, Moltmaker, Groeneveld