ECLI:NL:ORBBNAA:1995:BU4936

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
31 januari 1995
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1994/48
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. Warnink
  • J.K. Moltmaker
  • Th. Groeneveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vernietiging daarvan

In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1989, opgelegd aan belanghebbende X. De aanslag, gedateerd 30 december 1993, was berekend op een zuiver inkomen van f. 15.275. X heeft tijdig beroep ingesteld tegen deze navorderingsaanslag bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken, met het beroepschrift dat op 28 februari 1994 is ingekomen. De Inspecteur der Belastingen heeft hierop een vertoogschrift ingediend, waarna X een verweerschrift heeft ingediend. De zaak is behandeld op de zitting van de Raad op 28 september 1994, waar zowel de echtgenoot van X als haar gemachtigde aanwezig waren, samen met de Inspecteur en zijn vertegenwoordiger Z. Tijdens deze zitting zijn pleitnota's overgelegd en heeft Z een verklaring afgelegd over gesprekken met de echtgenoot van X en diens adviseur.

De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de navorderingsaanslag aan X een rechtstreeks gevolg is van de navorderingsaanslag die aan haar echtgenoot was opgelegd. Deze laatste aanslag is door de Raad bij beschikking van heden vernietigd. Gezien deze vernietiging, heeft de Raad geoordeeld dat ook de navorderingsaanslag aan X moet worden vernietigd. De Raad heeft dan ook besloten om de navorderingsaanslag te vernietigen, waarmee de zaak in het voordeel van X is beslecht.

Uitspraak

Beschikking van 31 januari 1995, nr. 1994/48
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Aruba,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Loop van het geding.
1.1. Aan X is een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1989 opgelegd, gedagtekend 30 december 1993, berekend naar een zuiver inkomen van f. 15.275,=
1.2. Bij beroepsschrift, bij de Raad ingekomen op 28 februari 1994, mitsdien tijdig, heeft X beroep bij de Raad ingesteld tegen deze navorderingsaanslag.
1.3. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend, naar aanleiding waarvan X een verweerschrift heeft ingediend.
1.4. De zaak is behandeld op de zitting van de Raad op 28 september 1994. Daar zijn verschenen de echtgenoot van X met haar gemachtigde, vergezeld van de heer Y, alsmede de Inspecteur vergezeld van Z. Beide partijen hebben gepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnota. Z heeft voorts nog een verklaring afgelegd omtrent de door de Belastingaccountantsdienst met de echtgenoot van X en diens toenmalige adviseur gevoerde gesprekken.
2. Vaststaande feiten.
Met betrekking tot de feiten verwijst de Raad naar zijn beschikking van heden.
3. Geschil.
Het geschil betreft de vraag of de navorderingsaanslag terecht is opgelegd.
4. Overwegingen omtrent het geschil.
Het opleggen van de navorderingsaanslag aan X is een rechtstreeks gevolg van de berekening van de belasting op de voet van art. 21, tweede lid, Landsverordening op de inkomstenbelasting in verband met de aan haar echtgenoot opgelegde navorderingsaanslag. Aangezien de laatstbedoelde na vorderingsaanslag door de Raad bij beschikking van heden, is vernietigd, dient ook de aan X opgelegde navorderingsaanslag te worden vernietigd
5. Beslissing.
De Raad vernietigt de navorderingsaanslag.
mrs. H. Warnink, J.K. Moltmaker en Th. Groeneveld