ECLI:NL:ORBBNAA:1994:BU4895
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- J.K. Moltmaker
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Omkering bewijslast bij te late indiening aangifte inkomstenbelasting 1988
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een appellant en de Inspecteur der Belastingen over een aanslag in de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1988. De appellant ontving een aanslag gebaseerd op een zuiver inkomen van f. 150.000,=, welke door de Inspecteur op 9 augustus 1991 ambtshalve was vastgesteld. De appellant diende zijn aangiftebiljet pas op 13 november 1991 in, wat te laat was, maar maakte tegelijkertijd bezwaar tegen de aanslag. De Inspecteur verlaagde de aanslag op 3 maart 1993 tot f. 116.016,=. De appellant ging in beroep tegen deze beschikking, maar de mondelinge behandeling vond plaats zonder zijn aanwezigheid op 23 november 1993 in Aruba.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelde dat de appellant niet de vereiste aangifte had gedaan en dat hij niet in staat was het bewijs te leveren dat de aanslag te hoog was. De Raad verwees naar de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, die stelt dat als de vereiste aangifte niet is gedaan, de aanslag gehandhaafd blijft tenzij het tegendeel bewezen kan worden. De Raad concludeerde dat de door de appellant ingediende bewijsmiddelen, zoals nota’s en facturen, onvoldoende inzicht gaven in de aard en omvang van de werkzaamheden. Daarom werd het beroep van de appellant verworpen.