ECLI:NL:ORBBNAA:1994:BU4835

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
15 augustus 1994
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1992-052
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. Warnink
  • J.K. Moltmaker
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep inzake aanslag inkomstenbelasting 1979 en correcties door de Inspecteur

In deze zaak gaat het om een beroep van X tegen de beschikking van de Inspecteur der Belastingen, die een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1979 had opgelegd. De aanslag was gebaseerd op een zuiver inkomen van 196.715 gulden, maar na een bezwaarschrift van X werd dit bedrag verlaagd naar 139.215 gulden. X heeft beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarbij hij stelt dat zijn boekhouding betrouwbaar is en dat de Inspecteur onvoldoende redenen heeft om van zijn aangifte af te wijken. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er verschillende geschilpunten zijn, waaronder de correctie van bepaalde kosten en inkomsten. Tijdens de zittingen zijn beide partijen gehoord en is er een controle-rapport overgelegd. De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat de Inspecteur de aanslag niet te hoog heeft vastgesteld en dat het beroep van X moet worden verworpen. De Raad heeft daarbij verwezen naar eerdere beschikkingen en de noodzaak om tot een compromis te komen, wat niet is gelukt. De uiteindelijke beslissing is dat de Raad het beroep verwerpt, waarbij de argumenten van beide partijen zijn gewogen en de correcties van de Inspecteur zijn gehandhaafd.

Uitspraak

Beschikking van 15 augustus 1994, nr. 1992-052
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Aruba,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
1. Loop van het geding
1.1. Aan X is op 3 januari 1985 een aanslag inkomstenbelasting 1979, opgelegd naar een zuiver inkomen van 196.715,=. X heeft op 28 februari 1985, mitsdien tijdig, een bezwaarschrift ingediend, waarna de Inspecteur bij beschikking van 15 januari 1992, ter post bezorgd op 4 augustus 1992, de aanslag heeft verminderd tot een, berekend naar een zuiver inkomen van 139.215,=.
1.2. Tegen deze beschikking heeft X bij beroepsschrift, bij de Raad ingekomen op 14 augustus 1992, mitsdien tijdig, beroep ingesteld.
1.3. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend, waarop X niet heeft gereageerd.
1.4. De zaak is behandeld ter zitting van de Raad op 13 mei 1993, waar zijn verschenen de Inspecteur alsmede X en diens bemachtigde, die heeft gepleit overeenkomstig een door hem overgelegde pleitnota.
1.5. Op deze zitting is de zaak verdaagd naar de volgende zitting, teneinde de Inspecteur in de gelegenheid te stellen het rapport van het Belastingaccountantsbureau betreffende de jaren 1978 tot en met 1982 (hierna: het controle-rapport) over te leggen.
1.6. Bij brief van 24 september 1993 heeft de gemachtigde commentaar geleverd op het controle-rapport, waarna de Inspecteur heeft gerepliceerd bij brief van 23 oktober 1993.
1.7. Ter zitting van de Raad op 25 november 1993 is de zaak opnieuw behandeld. Partijen hebben hun standpunten nog nader toegelicht. In verband met het grote aantal geschilpunten en de ingewikkeldheid van de zaak heeft de Raad partijen in de gelegenheid gesteld om alsnog tot een compromis te komen en de Raad dienaangaande vóór 1 februari 1994 te berichten.
1.8. Aangezien de Raad van partijen geen bericht heeft ontvangen, neemt de Raad aan, dat het partijen niet is gelukt om tot overeenstemming te komen. Dit laatste heeft de Inspecteur op 17 mei 1994 aan de Raad nog mondeling bevestigd.
2. Vaststaande feiten
2.1. Op 6 januari 1981 heeft X de aangifte inkomstenbe¬lasting 1979 ingeleverd, vergezeld van jaarstukken. Aangegeven werd een netto-opbrengst van zijn tandartspraktijk van 17.255,83 en een netto-opbrengst van de orthodontiepraktijk van 66.871,14 of in totaal 84.126,97.
2.2. Op 6 december 1984 werd het controle-rapport uitgebracht, waarin is voorgesteld het zuiver inkomen van X over 1979 te verhogen tot 196.715,=. Overeenkomstig dit voorstel heeft de Inspecteur de aanslag opgelegd.
2.3. Naar aanleiding van het ongemotiveerde bezwaarschrift van X heeft de Inspecteur de aanslag verminderd zoals vermeld onder 1.1 slot, waarbij de beschikking van de Raad van 26 mei 1988, (hierna te noemen: de beschikking van 1988) (ME: betreft 1988-028) betreffende de aanslag in¬komstenbelasting 1978 van X tot richtsnoer heeft genomen.
2.4. Voor de overige feiten verwijst de Raad naar de vermelde beschikking van 1988, die als bijlage bij de onderhavige beschikking wordt gevoegd en voor zoveel nodig geacht wordt hierbij te zijn herhaald en ingevoegd.
3. Geschil
Het geschil betreft de vraag of de Inspecteur terecht van de aangifte is afgeweken op de onderscheiden, hierna onder 5 nader te omschrijven posten.
4. Standpunten van partijen
4.1. X stelt zich primair op het standpunt, dat zijn boekhouding betrouwbaar is en dat de Inspecteur onvoldoende reden heeft deze te verwerpen. Voorts stelt hij, dat het BAB alle benodigde bescheiden heeft meegenomen zonder hem in de gelegenheid te stellen een kopie achter te laten en dat het BAB de meest essentiële bescheiden niet heeft geretourneerd.
4.2. De Inspecteur stelt, dat zij de boekhouding niet heeft verworpen en dat het zoek raken van de bescheiden voor rekening van X komt. Zij verwijst daarbij naar de beschikking van 1988.
4.3. Met betrekking tot de standpunten van partijen ten aanzien van de onder 5 hierna afzonderlijk omschreven posten zij verwezen naar het aldaar is overwogen.
5. Overwegingen omtrent het geschil
5.1. Met betrekking tot het zoek raken van stukken verwijst de Rad naar rechtsoverweging 6 van de beschikking van 1988, waarin de Raad het daarop door X gedane beroep niet heeft aanvaard.
5.2. Meetkosten 275,=
Volgens het controle-onderzoek hebben deze meetkosten betrekking op de privé woning. Volgens X is dit bedrag niet ten laste van de verlies- en winstrekening gebracht. De Inspecteur stelt, dat dit bedrag is begrepen onder de - niet in de jaarstukken gespecificeerde - post materiaal en medicamenten op de verlies- en winstrekening. De Raad acht het aannemelijk, dat de controlerend ambtenaar zijn voorstel tot correctie heeft gebaseerd op de door hem gecontroleerde specificatie van genoemde rekening en handhaaft in verband daarmee de correctie.
5.3. Afschrijving inrichting en apparatuur 189,=
Deze correctie is opgenomen in punt 6 van het controle-rapport. In punt 4 van het rapport werd de afschrijving gesteld op 10%. De Inspecteur heeft zich evenwel akkoord verklaard met een afschrijving van 15% zodat de correctie vervalt.
5.4. Autokosten 2.400,=
X heeft onweersproken gesteld, dat partijen het eens zijn over een correctie tot een bedrag van 1.560,=.
5.5. Afschrijving debiteuren orthodontie 3.136,=
De stelling van X, dat voor onthodontie altijd het factuurstelsel is gevolgd, is in strijd met de vaststelling van de Raad in de beschikking van 1988 en met de bevindingen van het controle-rapport. De Raad neemt daarom aan dat X ook in 1979 het kasstelsel volgde. De correctie is derhalve juist.
5.6. Praktijkonkosten
5.6.1. Reiskosten 14.636,=
Zoals ook in de beschikking van de Raad van 1988 werd overwogen, kan deze post in beginsel niet worden geaccepteerd bij gebreke van door X overgelegde bescheiden. Gelet op de hoogte van het bedrag, op de overige omstandigheden van het geval en op het feit, dat het de Raad aannemelijk voorkomt dat de reizen althans ten dele voor zakelijke doeleinden zijn gemaakt, zal de Raad een/vierde gedeelte van het bedrag of 3.659,= in aftrek aanvaarden.
5.6.2. Techniekkosten 56.149,=
De Raad verwijst naar hetgeen hij dienaangaande heeft overwogen in zijn beschikking van 1988. De Raad heeft daar 10% van de omzet als techniekkosten geaccepteerd. Voor 1979 komt dit uit op een bedrag van 20.175,=, zodat de correctie 35.974,= beloopt.
5.6.3. Privé-aandeel verzekeringen 4.000,=
In overeenstemming met hetgeen is overwogen in de beschikking van 1988, dient deze correctie te worden gehandhaafd.
5.6.4. Privé gas, water elektra 2.000,=
In overeenstemming met hetgeen is overwogen in de beschikking van 1988, wordt deze correctie geschrapt.
5.6.5. Onkosten Club X 600,=
Met deze correctie is X akkoord gegaan.
5.6.6. Onkosten pand A 1.580,=
Naar de Inspecteur onweersproken heeft gesteld, staat dit pand niet op de balans. Het behoort derhalve niet tot het bedrijfsvermogen. De correctie is juist.
5.6.7. Overige privé-onkosten 1.800,=
Volgens X had deze post betrekking op het bezoek aan de Expo in verband met de aanschaffing van equipment en inrichting van de nieuwe praktijk. Nu dit niet door de Inspecteur is weersproken, zal de Raad de correctie schrappen.
5.6.8. Gebruiksmateriaal Y 14.011,=
Volgens X betreft dit de aanschaf van materialen en overige tandartsbenodigdheden. Volgens het controle-rapport is voor deze post geen factuur aanwezig. De Inspecteur was bereid de correctie ongedaan te maken indien de ontbrekende informatie alsnog werd verschaft. Gelet op de bewijsproblemen van X zal de Raad hem in dit geval het voordeel van de twijfel gunnen en de correctie schrappen.
5.6.9. Abonnementen 800,=
X acht een bedrag van 400,= redelijk. Nu de Inspecteur zich daarover niet heeft uitgelaten, zal de Raad X hierin volgen en de correctie terugbrengen tot 400,=.
5.7. Meerontvangsten orthodontie 4.593,=
In de beschikking van 1988 werd deze correctie (ten bedrage van toen 11.246,=) gehandhaafd. Overwogen werd echter: "X stelt dat hij het bedrag van 11.246,= in zijn aangifte van 1979 heeft verwerkt. Blijkt dit juist te zijn, dan dient de Inspecteur dit bedrag in 1979 niet mee te nemen bij het vaststellen van de aanslag over dit jaar". Aangezien dienaangaande door X niets is gesteld, dient de correctie, gelet op de daarvoor in de beschikking van 1988 gegeven motivering, te worden gehandhaafd.
5.8 Meerontvangsten tandheelkunde 5.000,=
De in de beschikking van 1988 gebezigde motivering voor de juistheid van de correctie is niet van toepassing op 1979. Met name is niet gesteld of gebleken, dat er sprake was van een negatieve kas. De Inspecteur baseert de correctie, in navolging van het BAB-rapport, op de geconstateerde onvolledige ontvangstverantwoording. Deze motivering is te vaag en te algemeen om daarop een correctie als de onderhavige te kunnen baseren. De correctie vervalt.
5.9. Privé-rente 1.500,=
Tegenover de uitdrukkelijke ontkenning van X van de aanwezigheid van spaar saldi heeft de Inspecteur naar het oordeel van de Raad onvoldoende gesteld om de correctie te rechtvaardigen, zodat deze vervalt.
5.10. Op grond van het onder 5.2 tot en met 5.9 is overwogen dient het zuiver inkomen van X over 1979 als volgt te worden berekend:
Inkomen volgens de aangifte 84.126
Correcties:
5.2 275
5.4 1.560
5.5 3.136
5.6
5.6.1 10.977
5.6.2 35.974
5.6.3 3.000
5.6.5 600
5.6.6 1.580
5.6.9 400
5.7 4.593
57.124
62.095
146.221
5.11. Het zuiver inkomen van X, zoals dit door de Inspecteur bij de beschikking waarvan beroep is vastgesteld, bedraagt 139.215. Gelet op het onder 5.10 is overwogen heeft de Inspecteur het zuiver inkomen van X derhalve niet te hoog vastgesteld, zodat het beroep moet worden verworpen.
6. Beslissing
De Raad verwerpt het beroep.
H. Warnink, J.K. Moltmaker en J.W. Ilsink