ECLI:NL:ORBBNAA:1993:BU4826
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- J.K. Moltmaker
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Geen beroep mogelijk tegen afwijzende beslissing van inspecteur op verzoek om toepassing van ex patriate regeling
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 5 september 1993 uitspraak gedaan over een beroep van A tegen de afwijzing van de inspecteur der belastingen met betrekking tot de toepassing van de ex-patriate regeling voor werknemer S. De inspecteur had in een brief van 30 januari 1992 aan de gemachtigde van A medegedeeld dat S niet als ex-patriate kon worden aangemerkt, waardoor het verzoek om toepassing van de regeling werd afgewezen. A heeft hierop op 20 maart 1992 verzocht om herziening van deze beslissing, maar de inspecteur heeft dit verzoek op 24 juni 1992 afgewezen.
Vervolgens heeft de gemachtigde van A op 14 augustus 1992 beroep ingesteld bij de Raad. De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 1993, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De Raad heeft vastgesteld dat volgens artikel 1 lid 2 van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken, de Raad alleen uitspraak kan doen op beroepschriften indien in de relevante algemene verordeningen beroep op de Raad is toegelaten. In dit geval was er echter geen enkele algemene verordening die beroep toestond tegen de beslissing van de inspecteur.
Daarom heeft de Raad A niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep. De Raad heeft ook opgemerkt dat, zelfs als A ontvankelijk zou zijn verklaard, dit niet zou hebben geleid tot een andere beslissing, aangezien S niet voldeed aan de vereisten voor de ex-patriate regeling. De arbeidsovereenkomst was gesloten terwijl S al op Curaçao woonde, en zijn vertrek naar Nederland was slechts tijdelijk, wat betekende dat hij niet in aanmerking kwam voor de regeling. De Raad heeft uiteindelijk de beslissing genomen dat A in haar beroep niet-ontvankelijk is.