ECLI:NL:ORBBNAA:1989:BQ8660

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
9 juni 1989
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1989-025 (kenmerk 3/1989)
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tarief Invoerrechten op schildersezel als meubelstuk

In deze zaak gaat het om de invoerrechten die zijn geheven op een schildersezel die door H, een kunstschilderes en tekenlerares, op 15 december 1988 op Curaçao is ingevoerd. De Inspecteur heeft een invoerrecht van 22% geheven over de C.I.F. waarde van de schildersezel, die ruim f 1.400,- bedroeg. H is van mening dat de schildersezel ten onrechte onder hoofdstuk 94 van het Tarief Invoerrechten is gerangschikt, dat betrekking heeft op meubelen. Volgens H moet de schildersezel worden geclassificeerd onder de restcategorie 44.03, die betrekking heeft op houtwaren. De Inspecteur daarentegen is van mening dat de schildersezel correct is getarifeerd als meubelstuk, aangezien het begrip 'meubelen' in de toelichting op het tarief zeer ruim wordt gedefinieerd.

De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 9 juni 1989 uitspraak gedaan. De Raad deelt de zienswijze van de Inspecteur en concludeert dat de schildersezel voldoet aan de definitie van een meubelstuk zoals beschreven in het Tarief Invoerrechten. Het beroep van H wordt ongegrond verklaard. De Raad oordeelt dat het beroepschrift tijdig en op de juiste wijze is ingediend, waardoor H in haar beroep kan worden ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 juni 1989 is het woord gevoerd door H en de Inspecteur, waarbij H een pleitnota heeft overgelegd. De Raad heeft vervolgens besloten om zo spoedig mogelijk uitspraak te doen.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
9 juni 1989
1989-025 (kenmerk 3/1989
Procesverloop:
Bij brief van 22 december 1988 is door H bezwaar gemaakt tegen het door de Inspecteur toegepaste tarief invoerrechten op een door haar ingevoerde schildersezel. Bij beschikking van 9 januari 1989 is het bezwaar door de Inspecteur verworpen. Tegen deze beschikking is H bij brief van 10 februari 1989, ingekomen bij de Raad op 14 februari 1989, in beroep gekomen. Op 28 april 1989 is door de Inspecteur een vertoogschrift vergezeld van produkties ingediend.
Een verweerschrift is niet ingekomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 juni 1989 is het woord gevoerd door H en door de Inspecteur. H heeft een pleitnota overgelegd.
Daarop is bepaald dat zo spoedig mogelijk uitspraak zal worden gedaan.
Ontvankelijkheid:
Het beroepschrift is tijdig en op de juiste wijze ingediend, zodat H in haar beroep kan worden ontvangen.
De vaststaande feiten:
Tussen partijen kan van de navolgende vaststaande feiten worden uitgegaan:
- H, kunstschilderes en tekenlerares van beroep, heeft op 15 december 1988 op Curaçao ingevoerd een schildersezel;
- bij de invoer werd over de C.I.F. waarde (ruim f 1.400,-) een invoerrecht geheven van 22 % naar het tarief als aangegeven in hoofdstuk …
Het beroep:
H ken zich niet verenigen met het door de Inspecteur toegepaste tarief. Zij is van mening dat de Inspecteur bedoelde schildersezel ten onrechte onder hoofdstuk 94 (Meubelen e. d.) van het Tarief Invoerrechten heeft gerangschikt. Naar het inzicht van H is een schildersezel - naar gangbaar spraakgebruik - niet op te vatten als een meubelstuk, doch dient - als houten werkbank of werktuig - te worden ondergebracht in en getarifeerd overeenkomstig de restcategorie 44.03 “houtwaren, elders genoemd noch elders onder begrepen”.
Het verweer:
De Inspecteur daarentegen is de opvatting toegedaan dat het tarief op juiste wijze is toegepast.
Volgens de toelichting op hoofdstuk 94 van het Tarief Invoerrechten is het begrip ‘meubelen’ zeer ruim, en worden daaronder begrepen allerlei verplaatsbare voorwerpen (... ) welke zijn gemaakt om op de grond te worden geplaatst en dienen tot meubileren, in hoofdzaak tot utilitaire doeleinden (...)‘. Een schildersezel kan naar zijn aard daaronder zeer wel worden begrepen, en deze is mitsdien correct getarifeerd.
De beoordeling van het geschil:
De Raad deelt de zienswijze van de Inspecteur. Een schildersezel voldoet in alle opzichten aan hetgeen het Tarief Invoerrechten in hoofdstuk 94 blijkens de zojuist aangehaalde toelichting onder de categorale aanduiding ‘meubel’ verstaat.
Het beroep is mitsdien vergeefs voorgedragen.
De beslissing:
DE RAAD, BESLISSENDE:
VERKLAART het beroep ongegrond;
Mrs. W.B. de Jong, T.J.M.Kolfschoten en E.J.Numann