ECLI:NL:ORBBNAA:1989:BQ8645
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.B. de Jong
- T.J.M. Kolfschoten
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beroep inzake buitengewone-lastenaftrek voor noodzakelijke levensonderhoudskosten van verwanten
In deze zaak gaat het om de vraag of de appellant aanspraak kan maken op de buitengewone-lastenaftrek in zijn aangifte Inkomstenbelasting (IB) 1982 voor uitgaven die hij heeft gedaan ter voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van zijn ouders en schoonmoeder. De appellant heeft een bedrag van NAf 5.623,80 opgevoerd, dat hij aan zijn in Nederland woonachtige ouders heeft overgemaakt, evenals de kosten voor het laten overkomen van zijn schoonmoeder naar Bonaire en haar huisvesting en voeding gedurende 142 dagen. De Inspecteur heeft deze uitgaven niet aanvaard, met als argument dat de appellant niet heeft aangetoond dat zijn ouders en schoonmoeder behoeftig waren, en dat de uitgaven niet zijn verricht ter voorziening in hun noodzakelijk levensonderhoud.
Het procesverloop begon met een bezwaarschrift van de appellant tegen de definitieve aanslag Inkomstenbelasting over 1982, dat door de Inspecteur werd verworpen. De appellant heeft hiertegen beroep aangetekend. Tijdens de zittingen is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de appellant zijn standpunten heeft toegelicht met pleitnotities en producties. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant tijdig en op de juiste wijze in beroep is gekomen.
De Raad overweegt dat, volgens de wetgeving, alleen uitgaven die nodig zijn voor de eerste levensbehoefte van de verwanten in aanmerking komen voor aftrek. De Raad concludeert dat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat zijn verwanten in een situatie verkeerden waarin zij niet in hun levensonderhoud konden voorzien. Bovendien kunnen uitgaven voor reiskosten om verwanten te bezoeken niet worden aangemerkt als uitgaven voor hun noodzakelijk levensonderhoud. De Raad oordeelt dat de Inspecteur terecht heeft gesteld dat de appellant geen recht heeft op de gevraagde aftrek en verklaart het beroep ongegrond.