ECLI:NL:ORBBNAA:1989:BQ8644
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.P.M. Houtman
- W.B. de Jong
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Bewijskracht loonbelastingkaart in belastinggeschil over inkomstenbelasting 1984
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 29 maart 1989, staat de bewijskracht van de loonbelastingkaart centraal in een geschil over de inkomstenbelasting van appellant over het jaar 1984. De Inspecteur heeft zich beroepen op de officiële loonbelastingkaart die door de werkgever van appellant is afgegeven. Hij stelt dat appellant in 1984 een deel van zijn loon in natura heeft ontvangen, wat niet op de salarisslip van december 1984 staat vermeld, maar wel tot het officiële loon gerekend dient te worden. Appellant heeft dit niet betwist, waardoor de Raad oordeelt dat het verschil in het opgegeven inkomen door de werkgever en de Inspecteur verklaard kan worden door deze in natura ontvangen bedragen.
Het procesverloop begon met een beroepschrift dat op 26 september 1988 bij de Raad is ingekomen, waarin appellant in beroep ging tegen de beschikking van de Inspecteur van 10 mei 1988. Deze beschikking betrof de aanslag in de inkomstenbelasting over 1984, waarbij appellant was aangeslagen naar een zuiver inkomen van f.58.359,-. De Inspecteur handhaafde deze aanslag, ondanks het bezwaar van appellant. Appellant heeft echter niet gereageerd op de uitnodiging van de Raad om zijn beroepschrift mondeling of schriftelijk toe te lichten, wat leidde tot de conclusie dat hij van verweer heeft afgezien.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant tijdig en op de juiste wijze in beroep is gekomen, en dat het geschil enkel draait om de vraag of het door appellant opgegeven inkomen van f.56.880,56 of het door de Inspecteur opgegeven inkomen van f.58.359,56 correct is. Aangezien appellant zijn stelling niet nader heeft toegelicht, heeft de Raad besloten de beschikking van de Inspecteur te bevestigen.