ECLI:NL:ORBBNAA:1988:BQ8618
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.P.M. Houtman
- W.B. de Jong
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag Inkomstenbelasting 1978 en de geldigheid van de termijn
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag Inkomstenbelasting 1978 die aan appellant is opgelegd. Appellant ontkent de geldigheid van de aanslag, stellende dat deze in strijd is met de wet omdat de termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag volgens artikel 48 van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 verstreken zou zijn. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft echter vastgesteld dat de dagtekening van het kohier, gedateerd op 16 december 1983, bepalend is voor de geldigheid van de aanslag. De Raad oordeelt dat de Inspecteur binnen de wettelijke termijn is gebleven bij het opleggen van de navorderingsaanslag op 30 december 1983. Appellant heeft ook aangevoerd dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om opheldering te geven voordat de navorderingsaanslag werd opgelegd. De Raad heeft vastgesteld dat de Inspecteur appellant op 2 november 1983 om uitleg heeft gevraagd, waardoor aan de vereisten van de wet is voldaan. De Raad heeft verder de verschillende correcties van de Inspecteur op het inkomen van appellant beoordeeld en enkele correcties goedgekeurd, terwijl andere zijn geschrapt. Uiteindelijk heeft de Raad de navorderingsaanslag vernietigd en het gecorrigeerde zuiver inkomen van appellant vastgesteld op f. 118.036,-.