ECLI:NL:ORBBNAA:1987:BQ8611

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
15 december 1987
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1987-022 (kenmerk 30-1987)
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A.P.M. Houtman
  • W.B. de Jong
  • T.J.M. Kolfschoten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de beschikking van de Inspekteur inzake inkomstenbelasting 1983 van een echtpaar woonachtig op de Nederlandse Antillen

Op 15 december 1987 heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) uitspraak gedaan in een zaak waarbij een echtpaar, dat als ongesalarieerde missionarissen op de Nederlandse Antillen woont, in beroep ging tegen de beschikking van de Inspekteur van 26 mei 1987. Deze beschikking wees het bezwaarschrift van het echtpaar tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 1983 af. De belanghebbende stelde dat hun feitelijke inkomen over 1983 f. 4.951,24 bedroeg, terwijl de Inspekteur hen aansloeg op een zuiver inkomen van f. 9.000,-. De Raad oordeelde dat het echtpaar voldoende had aangetoond dat zij met een bedrag van f. 1.200,- voor voeding rond konden komen. De Raad volgde de opstelling van de belanghebbende en voegde de helft van de huurwaarde van hun woning, ad f. 1.100,-, toe aan hun inkomen. Dit leidde tot een totaal van f. 6.051,24. De Raad oordeelde dat het beroep tijdig was ingediend en vernietigde de beschikking van de Inspekteur, waarbij de aanslag werd verminderd tot het berekende inkomen van f. 6.051,24.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
15 december 1987
1987-022 (kenmerk 30-1987)
Gezien het bij de Raad op 17 augustus 1987 ingekomen beroepschrift van B, verder te noemen belanghebbende, waarbij belanghebbende in beroep komt tegen de beschikking van de Inspekteur van 26 mei 1987, inhoudende een afwijzing van een door belanghebbende ingediend bezwaarschrift. De Inspekteur heeft geen vertoogschrift ingediend;
Gelet voorts op hetgeen tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 1987 door partijen naar voren is gebracht;
Overwegende:
Belanghebbende is, nu afschrift van de beschikking op 24 juli 1987 aan hem is verzonden, tijdig in beroep gekomen zodat hij daarin kan worden ontvangen.
Belanghebbende is het niet eens met de definitieve aanslag inkomstenbelasting 1983, artikel 8382 dd. 15 september 1986.
Tegen deze aanslag heeft belanghebbende een bezwaarschrift ingediend, welk bezwaarschrift onder handhaving van de betreffende aanslag door Inspekteur bij beschikking van 26 mei 1987 is verworpen.
Belanghebbende is aangeslagen naar een zuiver in van f. 9.000,- waarop hij f. 336,25 aan inkomstenbelasting moet betalen. Belanghebbende stelt dat hij en zijn vrouw de Canadese nationaliteit hebben en reeds zeven jaar als ongesalarieerde missionarissen (Jehovah Getuigen) op de Nederlandse Antillen woonachtig en werkzaam te zijn. In al deze jaren hebben zij gezamenlijk nimmer een inkomen gehad van meer dan circa f. 5.500,- per jaar. Over het jaar 1983 hebben zij een feitelijk inkomen genoten van f. 4.951,24. Belanghebbende legt een verantwoording van zijn inkomsten over met betrekking tot de jaren 1980 tot en met 1986. De Inspekteur deelt mede dat hij belanghebbende op 30 december 1987e en brief heeft geschreven waarin hij belanghebbende tegemoet komt in die zin dat de aanslag 1983 wordt gecorrigeerd tot f ….waarbij hij in aanmerking neemt dat in voormeld bedrag begrepen ………. Huurwaarde ad f. 1.100,- van de door belanghebbende bewoonde woning. Het resterende verschil tussen belanghebbende …… is gelegen in de “food costs”.
Belanghebbende heeft ter behandeling verklaard dat hij en zijn vrouw per jaar niet meer dan circa f. 1.200- aan voeding uitgeven.
Hij erkent dat hij zo nu en dan wel eens iets toegestopt krijgt van familieleden uit Canada, maar deze giften blijven beperkt tot kleine bedragen, waarvoor hij en zijn vrouw kleding kopen.
Hij bezit ook een kleine auto, maar die heeft hij destijds betaald van zijn spaargeld in Canada.
Naar het oordeel van de Raad heeft belanghebbende genoegzaam aangetoond dat hij en zijn vrouw met voeding rond komen van de bedragen welke belanghebbende opgeeft. De Raad volgt dan ook belanghebbendes opstelling van diens inkomen over 1983, waaraan de Raad toevoegt de helft van de huurwaarde ad f. 1.100,- hetgeen de Raad als reële huurwaarde aanmerkt. Het zuiver inkomen van belanghebbende berekent de Raad als volgt:
Opgave van belanghebbende over 1983 zijnde f. 4.951,24, te vermeerderen met de helft van de huurwaarde zijnde f. 1.100,- is in totaal f. 6.051,24.
Beslissing:
Vernietigt de beschikking waarvan beroep.
Vermindert de onderhavige aanslag tot een naar een zuiver inkomen van f. 6.051,24.
mrs. A.P.M. Houtman, W.B. de Jong en T.J.M. Kolfschoten