ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8529
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- A.P.M. Houtman
- W.B. de Jong
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen definitieve aanslag inkomstenbelasting 1982 met betrekking tot aftrek van buitengewone lasten voor studerende kinderen
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 22 december 1986 uitspraak gedaan over een beroep van een belanghebbende tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1982. De belanghebbende, gehuwd en vader van twee kinderen, had kosten opgegeven voor het levensonderhoud van zijn studerende dochter N, die met een studiebeurs aan de University of Florida studeerde. De Inspecteur had echter geoordeeld dat de belanghebbende niet in aanmerking kwam voor aftrek van buitengewone lasten, omdat N met een studiebeurs studeerde en de belanghebbende geen recht had op kinderaftrek volgens de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943.
De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende, ondanks het ontbreken van kinderaftrek, wel recht had op aftrek van buitengewone lasten, mits deze kosten onder het begrip 'noodzakelijk levensonderhoud' vielen. De Raad oordeelde dat de kosten voor levensonderhoud van N, die nodig waren om haar in staat te stellen door onderwijs en studie een passende plaats in de samenleving in te nemen, als buitengewone lasten konden worden aangemerkt. De Raad heeft echter niet alle opgevoerde kosten goedgekeurd.
Specifiek werden de huisvestingskosten, telex- en telefoonkosten, en reiskosten beoordeeld. De Raad heeft bepaald dat alleen bepaalde huurkosten en een gematigd bedrag voor telefoonkosten aftrekbaar waren. De kosten voor de studiebeurs werden volledig in mindering gebracht. Uiteindelijk heeft de Raad de aftrek wegens buitengewone lasten vastgesteld op NAf 8.723,95, verminderd met 5% van het inkomen van de belanghebbende. Het beroep werd voor het overige verworpen.