ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8524
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- W.B. de Jong
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Toerekening van winst aan echtgenote in het belastingrecht met betrekking tot de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 13 oktober 1986, staat de vraag centraal of de Inspekteur terecht artikel 25A van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 niet heeft toegepast. De belanghebbende, die een hotel-restaurant bezit dat op naam van zijn echtgenote staat ingeschreven, stelt dat zijn echtgenote feitelijk de leiding over het bedrijf heeft en dat de Inspekteur daarom het belastingvoordeel van artikel 25A had moeten toepassen. De Raad overweegt dat, hoewel het bedrijf op naam van de vrouw staat, het niet voldoende is dat zij enkel op papier de eigenaar is; zij moet ook daadwerkelijk het bedrijf uitoefenen. De wet en de Memorie van Toelichting vereisen dat de vrouw niet alleen de eigenaar is, maar ook de feitelijke leiding heeft over het bedrijf. De Raad concludeert dat, hoewel de echtgenote van belanghebbende mogelijk een actieve rol speelt, het bedrijf formeel aan de belanghebbende toebehoort, waardoor de belastingvoordelen van artikel 25A niet van toepassing zijn. De Raad handhaaft daarom de navorderingsaanslag van de inkomstenbelasting over het jaar 1981, die door de belanghebbende werd betwist. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zowel juridische als feitelijke eigendom in belastingzaken.