ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8511

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
18 juli 1986
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1986-022
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.G.A. Molenaar
  • H. Warnink
  • A.P.M. Houten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing op arbeidsongeschiktheidsuitkering van werknemer woonachtig in Chili

In deze zaak gaat het om een werknemer die als verkeersvlieger werkzaam was bij de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (A.L.M.) en op medische gronden arbeidsongeschikt is verklaard. De werknemer heeft zich met zijn gezin op 6 juni 1985 in Chili gevestigd, maar zijn dienstverband bij de A.L.M. is nog niet beëindigd. Volgens de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst (C.A.O.) heeft de werknemer recht op doorbetaling van zijn loon tijdens de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid. De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelt dat de werknemer geacht moet worden zijn dienstbetrekking binnen de Nederlandse Antillen te vervullen, omdat hij zich beschikbaar moet houden voor zijn werk als verkeersvlieger. Het feit dat hij in Chili woont, is niet doorslaggevend voor de belastingheffing. De Raad bevestigt de uitspraak van de Inspecteur der Belastingen op Curaçao, die had besloten dat er loonbelasting ingehouden moest worden op het inkomen van de werknemer. De werknemer had in beroep gesteld dat hij niet langer als werknemer kon worden aangemerkt, maar de Raad verwierp dit beroep.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
18 juli 1986
1986-022
Gezien het op 25 februari 1986 bij de Raad ingediende schriftuur, waarbij D, thans wonende in Chili, verder te noemen: belanghebbende (gemachtigde: H), in beroep komt tegen een beslissing d.d. 12 februari 1986 van de Inspecteur der Belastingen op Curaçao op het bezwaarschrift van belanghebbende met betrekkin tot inhouding van loonbelasting over de maand juni 1985;
Gezien het vertoogschrift van een Inspecteur, bij de Raad ingekomen op 3 april 1986;
Gezien het namens belanghebbende op 27 mei 1986 bij de Raad ingediende verweerschrift;
Gelet op een mondelinge behandeling van de zaak op 25 juni 1986;
Overwegende:
1. In deze zaak kan van de volgende feiten worden uitgegaan.
Belanghebbende is hier te lande bij de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij als verkeersvlieger werkzaam geweest totdat hij op <> op medische gronden voor de uitoefening van zijn functie is afgekeurd; op 6 juni 1985 heeft belanghebbende zich met zijn gezin metterwoon in Chili gevestigd. Het dienstverband van belanghebbende bij de A.L.M. is (nog) niet beëindigd.
In de op een arbeidsverhouding tussen belanghebbende en de A.L.M. toepasselijke C.A.O. is bepaald, dat ingeval van arbeidsongeschiktheid een werkneer gedurende het eerste jaar van die arbeidsongeschiktheid het volle loon krijgt doorbetaald en gedurende het tweede jaar 85% van dat loon.
2. In een uitspraak op het bezwaarschrift heeft de Inspecteur het verzoek van belanghebbende om aan de A.L.M., als inhoudingsplichtige, toestemming te verlenen op het hierboven sub 1 bedoelde inkomen van belanghebbende geen loonbelasting in te houden, afgewezen.
3. Belanghebbende’s aan zijn beroep tegen deze beslissing ten grondslag gelegd betoog komt erop neer, dat hij zijn dienstbetrekking hier te lande, sedert de datum van zijn verhuizing naar Chili, niet langer vervult, zodat hij niet kan worden aangemerkt als “werknemer’ in de zin van artikel 2, lid 2 onder a van de Landsverordening Loonbelasting 1976; derhalve is de A.L.M. niet verplicht op bedoeld inkomen loonbelasting in te houden, aldus belanghebbende.
4. Genoemd artikellid luidt: ”Wie niet binnen de Nederlandse Antillen woont, word slechts als werknemer beschouwd, voorzover hij: (a) zijn dienstbetrekking binnen de Nederlandse Antillen vervult, danwel loon geniet uit een vroeger binnen de Nederlandse Antillen vervulde dienstbetrekking”.
5. Naar het oordeel van de Raad moet belanghebbende geacht worden zijn dienstbetrekking binnen de Nederlandse Antillen te vervullen, omdat hij zich, zolang zijn arbeidsongeschiktheid voortduurt, nog steeds beschikbaar moet houden voor zijn werk als verkeersvlieger binnen de Nederlandse Antillen voor het geval bij van zijn arbeidsongeschiktheid zou herstellen. Het feit dat belanghebbende ondertussen in Chili woont acht de Raad niet doorslaggevend.
Daardoor is, naar uit de in zoverre duidelijke tekst van de hiervoor geciteerde bepaling volgt, belanghebbende wel degelijk als “werknemer’ in de zin van die bepaling aan te merken.
Zijn beroep moet dan ook worden verworpen.
Beschikkende:
Bevestigt de uitspraak waarvan beroep.
mrs. J.G.A. Molenaar, H. Warnink en A.P.M. Houten