ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8484

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
24 april 1986
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1986-003
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.G.A. Molenaar
  • H. Warnink
  • A.P.M. Houtman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inkomstenbelasting en aftrekbaarheid van kosten door huisarts in Curaçao

In deze zaak gaat het om een huisarts die in het onderhavige jaar op Curaçao woonde en zijn praktijk uitoefende. De belanghebbende, die ongehuwd was, had een geschil met de Inspecteur over de aftrekbaarheid van verschillende kosten in zijn belastingaangifte. Tijdens de zitting bereikten partijen overeenstemming over de aftrekbaarheid van autokosten, maar het geschil bleef bestaan over andere kostenposten. De Raad moest oordelen over de correctie van kosten door de Inspecteur, waaronder kosten voor een congres in West-Duitsland, reis- en telefoonkosten, en contante uitgaven bij de start van de praktijk. De Raad oordeelde dat de kosten voor het congres als zakelijk konden worden aangemerkt, maar dat een deel van de kosten privé was. De kosten voor de reis naar Nederland werden als zakelijk erkend, terwijl de telefoonkosten niet konden worden aangetoond als zakelijk. De Raad concludeerde dat de beschikking van de Inspecteur niet in stand kon blijven en dat de aanslag moest worden verminderd tot een netto inkomen van f. 23.807,-, vermeerderd met andere goedgekeurde kosten.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
24 april 1986
1986-003
Gezien het op 22 november 1985 bij de Secretaris van een Raad ingekomen beroepschrift van S, arts, wonende <> op Curaçao, (belanghebbende), gemachtigde, blijkens schriftelijke volmacht, drs. S, waarbij belanghebbende in beroep komt van de beschikking van de Inspecteur d.d. 29 oktober 1985 op het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift tegen de aan hem, belanghebbende, over het jaar 1??? opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting, kohierartikel <>, er toe strekkende de beschikking van de Inspecteur te vernietigen en alsnog de voormelde aanslag te verminderen tot een naar een zuiver inkomen van f. 26.181,-;
Gezien de overige stukken, waaronder het vertoogschrift van de Inspecteur en een verweerschrift van belanghebbende met bijlagen;
Gelet op het verhandelde ter zitting van de Raad van 16 april 1986, al waar zijn verschenen belanghebbende, bij zijn gemachtigde alsmede de Inspecteur.
Overwegende:
Ten processe staat het volgende vast:
Belanghebbende is van beroep huisarts. Hij woonde in het onderhavige jaar in een huis gelegen aan <> op Curaçao en oefende zijn beroep uit in voormeld te <> gelegen appartement, alwaar zich zijn praktijkruimte bevond.,
Belanghebbende was in het onderhavige jaar ongehuwd.
Ter voormelde zitting van de Raad hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de aftrekbaarheid van de autokosten, zodat de Raad op dat punt niet meer behoeft te beslissen.
Het geschil dat partijen uiteindelijk verdeeld houdt, is het antwoord op de vraag of de volgende posten al dan niet terecht door de Inspecteur zijn gecorrigeerd:
tabel
ad post 1.
Het betreft hier (een deel van de) kosten van een bezoek van belanghebbende aan een congres te West-Duitsland van de “Internationale Gesellschaft für Infark…..kämpfung” een instelling, die naar belanghebbende stelt, zich bezighoudt met o.a. de voorkoming van hartinfarkten.
Voorts stelt belanghebbende, dat het voor hem als arts in de eerste lijns gezondheidszorg van belang is op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op vorenbedoeld gebied.
De Inspecteur stelt daar tegenover, dat hier sprake is van het opdoen van specialistische kennis en er derhalve sprake is van het verwerven van. een grotere vakkennis, waarvan de kosten niet zakelijk zijn.
Naar het oordeel van de Raad zijn kosten als de onderhavige wel aan te merken als zakelijk door belanghebbende gemaakte kosten; daarbij neemt de Raad in aanmerking dat de huisarts in de meeste gevallen als eerste bij de betreffende patiënten wordt geroepen, zodat het van belang is een hartinfarct te kunnen constateren en daarop adequate maatregelen te treffen, terwijl ook, naar de Raad van oordeel is, de profylaxe van bedoelde kwalen, voor een belangrijk deel in handen ligt van de eerste lijns gezondheidszorg.
Nu belanghebbende geen opgave heeft gedaan van de duur van het congres en de duur van zijn verblijf in Duitsland, gaat de Raad er van uit, dat een van de kosten voor privé-doeleinden zijn gebruikt, zodat zal worden volstaan met de door de Inspecteur goedgekeurde aftrek ten bedrage van f. 1.978,-.
ad post 2.
Het betreft hier een ticket, althans kosten van een reis naar Nederland. Belanghebbende stelt, dat hij de financiering van zijn praktijk op Curaçao niet kon rond krijgen en genoodzaakt was naar Nederland te om alsnog die financiering te krijgen.
De Inspecteur van zijn kant acht het ongeloofwaardig, dat de banken op Curaçao geen kredieten zouden verstrekken aan beginnende huisartsen, zonder overigens op die stelling nader in te gaan.
Uit de door belanghebbende overgelegde stukken kan worden afgeleid, dat belanghebbende inderdaad in Nederland een lening heeft verkregen voor de financiering van zijn praktijk alhier, terwijl tevens blijkt, dat die lening in Nederland gedekt wordt door een garantie.afgegeven door een familielid van belanghebbende.
Onder deze omstandigheden zijn deze kosten als zakelijke kosten te beschouwen en de aanslag kan derhalve op dit punt niet in stand blijven.
ad post 3.
Belanghebbende heeft gesteld, dat hij op geen enkele wijze aannemelijk kan maken, dat deze kosten van zijn privé-telefoon zijn aan te merken als zakelijke kosten. Het beroep gaat derhalve wat deze post betreft niet op.
ad post 4.
Ter zitting is komen vast te staan, zulks aan de hand van het Belasting Accountants Bureau-rapport over het onderwerpelijke jaar met betrekking tot een boekenonderzoek dat bij belanghebbende heeft plaatsgevonden, dat bij het starten van zijn praktijk alhier, belanghebbende een bedrag aan contante uitgaven heeft gedaan van f. 25.500,-. Er mag derhalve in ieder geval van worden uitgegaan, dat een vermogensvergelijking welke door de Inspecteur is opgesteld, dient te worden gecorrigeerd met dit bedrag. Alsdan blijft als netto-prive over een bedrag van f. 12.737,- van welk bedrag, naar het oordeel van de Raad, een net aanvangend huisarts, die geen gezin tot zijn last heeft moet kunnen rondkomen, nog afgezien van het feit, dat belanghebbende stelt f. 35.000,- aan contanten te hebben bezeten bij de aanvang van zijn praktijk. De Raad is dan ook van oordeel, dat de gehele omzetcorrectie dient te worden teruggenomen, temeer ook waar de Inspecteur stelt, via een ‘klik brief’ te weten te zijn gekomen, dat de voorganger van belanghebbende een omzet per jaar realiseerde die aanzienlijk hoger lag dan die van belanghebbende over het onderhavige jaar, doch die brief niet is overgelegd en derhalve het waarheidsgehalte van die brief niet vaststaat.
Uit al het voorgaande volgt, dat de beschikking van de Inspecteur niet in stand kan blijven en dat de aanslag zal dienen te worden opgelegd als na te melden.
Beslissende:
Vernietigt de bovenbedoelde beschikking van de Inspecteur. Vermindert de aanslag tot een naar een zuiver inkomen van f. 23.807,- vermeerderd met f. 342,-, f. 1.000,- en f. 1.432,- is gelijk f. 26.641 verminderd met het tussen partijen overeengekomen deel van de zakelijke autokosten.
mrs. J.G.A. Molenaar, H. Warnink en A.P.M. Houtman