ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8483
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G.A. Molenaar
- A.P.M. Houtman
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en belastingvrijstelling voor winstuitkeringen aan natuurlijke personen
Op 9 april 1986 deed de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) uitspraak in een zaak betreffende de inkomstenbelasting van een directeur van een vennootschap. De belanghebbende, die in 1975 als directeur werkzaam was bij T N.V., ontving een winstuitkering van fl. 145.073,63, terwijl hij als directeur een jaarsalaris van fl. 19.060,80 ontving. De Inspecteur der Belastingen op Aruba had de belanghebbende aangeslagen voor een zuiver inkomen van fl. 161.747,-, waarover een belasting van fl. 59.921,- was opgelegd, exclusief eilandelijke opcenten.
De belanghebbende stelde dat hij op grond van de Landsverordening ter bevordering van industrievestiging en hotelbouw (LVIH) vrijgesteld was van inkomstenbelasting over de ontvangen winstuitkering. Hij betoogde dat de vennootschap vrijgesteld was van winstbelasting, en dat dit leidde tot een vrijstelling van inkomstenbelasting voor hem als natuurlijk persoon. De Raad van Beroep oordeelde echter dat de bepalingen van de LVIH enkel betrekking hebben op de vrijstelling van winstbelasting voor lichamen en niet voor natuurlijke personen. De Raad concludeerde dat de belanghebbende als natuurlijk persoon onderworpen was aan de inkomstenbelasting en dat de ontvangen winstuitkering belastbaar was.
De Raad bekrachtigde de beschikking van de Inspecteur en wees het beroep van de belanghebbende af, omdat het beroep uitsluitend was gegrond op een vermeende verkeerde toepassing van wettelijke bepalingen. De uitspraak benadrukte dat de vrijstelling van belasting voor lichamen niet automatisch geldt voor natuurlijke personen, en dat de belastingplicht van de belanghebbende niet ontlopen kon worden op basis van de door hem aangevoerde argumenten.