ECLI:NL:ORBBNAA:1986:BQ8479
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G.A. Molenaar
- A.P.M. Houtman
- T.J.M. Kolfschoten
- Rechtspraak.nl
Navordering inkomstenbelasting en ambtelijk verzuim in fiscale eenheid tussen echtgenoten
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1983, opgelegd aan appellant, die samen met zijn echtgenote belastingplichtig is. De echtgenote had een lager inkomen dan appellant, en de belasting werd op basis van hun gezamenlijke draagkracht berekend. De Inspecteur had een rekenfout gemaakt bij de omslag van de belastingaanslag, wat leidde tot een te hoge aanslag voor de echtgenote en een te lage voor appellant. De echtgenote maakte bezwaar tegen haar aanslag, wat resulteerde in een vermindering van haar belastingaanslag. De Inspecteur vorderde vervolgens het verschil van appellant terug, wat leidde tot deze procedure.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken overweegt dat, hoewel er sprake is van een ambtelijk verzuim, de navordering toch mogelijk is indien het voor de belastingplichtige duidelijk was dat de aanslag te laag was. De Raad concludeert dat appellant en zijn echtgenote bij ontvangst van de aanslagen al hadden moeten begrijpen dat de onderlinge verdeling van de belasting niet klopte. De Raad wijst erop dat de redelijkheid in dit geval een beroep op ambtelijk verzuim in de weg staat, en dat de navorderingsaanslag gehandhaafd moet worden. De uitspraak benadrukt het belang van de fiscale eenheid tussen echtgenoten en de gevolgen van rekenfouten in belastingaanslagen.